Nieuw liedeboek, tot vermaak van 't algemeen(1794)–Anoniem Nieuw liedeboek, tot vermaak van 't algemeen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] De schoenmaakers knegt. Wyze: Gy die thands zyt met my ter jagt. Ik zit weêr vrolyk aan myn werk; ha; ha; En maak de schoenen net en sterk, ha; ha; Waar door myn baas veel klanten wint, En ik gestadig arbeid vind. ha; ha; ha; enz. Een arbeidsman moet werkzaam zyn. ha; ha; Ik maak geen' maandag of Krispyn, ha; ha; Maar werk de heele week styf door, En geef dus aan myn pligt gehoor. ha; ha; ha; [pagina 72] [p. 72] De naarstigheid, die schoone deugd, ha; ha; Verschaft ons geld en schenkt ons vreugd, ha; ha; De luiheid is 't, die smart verwekt, Den mensch met 't kleed der armoê dekt. ha; ha; ha; Dat hy, die 't luste, maandag maak'. ha; ha; Ik heb in 't ledig gaan geen' smaak; ha; ha; Ook voel ik dan geen zelf verwyt, Door 't dooden van den dierbren tyd. ha, ha; ha; Myn maats! die werken heden niet, ha; ha; Maar zitten nu by dikken Piet, ha; ha; Als heeren onder hun gelag, En denken aan geen' Saturdag. ha; ha; ha; Zy hebben elk een ongemak: ha; ha; Dat is: het geld danst in hunn' zak, ha; ha; En 't moet 'er, tot één kopren duit, Des maandags vóór den avond uit. ha; ha; ha; [pagina 73] [p. 73] Des dinsdags is hun 't hoofd berooid; ha; ha; Vermids men heeft te sterk gepooid, ha; ha; Het werken heeft in 't minst geen val; Men druilt en slaapt en lykt wel mal. ha; ha; ha; Dus zyn 'er reeds twee dagen zoek; ha; ha; Maar woensdags ô dan werkt men kloek; ha; ha; Doch hoe men verder sloove en wroet', De week is kort en wordt niet goed. ha; ha; ha; Des saturdags dan ziet men bang, ha; ha; Wyl ik dan 't meesten geld ontvang. ha; ha; En daar hun week vry schraaltjens is, Verstrek ik hen tot ergernis. ha; ha; ha; En komt men t'huis by zyne Vrouw, ha; ha; Dan spelt men haar wat op de mouw, ha; ha; Als of het werk niet heeft gevlot; Dus wordt de goede sloof bedot. ha; ha; ha; [pagina 74] [p. 74] Wierdt dan nog maar 't ontvangen geld, ha; ha; Aan 't Wyfjen zuiver toegeteld; ha; ha; Maar neen; zy krygt het niet geheel, Men lapt 'er nog van door de keel. ha; ha; ha; Het vrouwtjen zucht, maar 't baat haar niet, ha; ha; De week is slegt, gelyk zy ziet. ha; ha; En wyl ze 'er over knort en mort, Komt zy die week veel geld te kort. ha; ha; ha; Dan waar het deze week alleen, ha; ha; Die liep 'er nog al onder heen. ha; ha; Maar ach; de meeste zyn nog kwaad; Dus weet de vrouw in 't eind geen' raad. ha; ha; ha; Hoe zy de zaak ook keere of wend'; ha; ha; 't Is armoê van 't begin tot 't end. ha; ha; Dus werkt men aan zyn ongeluk, Stort vrouw en kindren in den druk. ha; ha; ha; [pagina 75] [p. 75] Een Arbeidsman heeft werk genoeg. ha; ha; Al spilt hy 't geld niet in de kroeg, ha; ha; Dat hy van 't zweet zyns aanschyns leev'. En ieder een het zyne geev'. ha; ha; ha; Vorige Volgende