't Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens
(1728)–Anoniem Nieuw groot Hoorns lied-boekje, bestaande in veel stigtige en vermakelyke bruylofts liedekens, 't– AuteursrechtvrijStemme: De May die komt ons by.Bewaartje vuur en kaarsen wel,
De klok het tien, laat sien,
Tien het de klok,
Wat isser meenig jong gesel,
Die lustig hellen naar het soete jok,
Die siet de Ratel-wagt
| |
[pagina 141]
| |
Soo menigmaal by nagt,
Als al de sterren verschoven staan,
Dan komt ’’er in donker,
Soo menigen pronker
Getreeden aan.
2 Ellef uuren, ellef, ellef,
De klok het elf uren houd, aanhoort.
Wie leyt ’’er nu soo van zijn zelf,
Die niet sou weten dat hy hier behoor,
By Bacchus koele wijn,
De vroolijkste te zijn,
En hy de vangst van vlugge Diaan,
Die om ons te laven,
Met Ceres haar gaven,
Door Venus staan.
3 En luystert na mijn woort, en hoort,
Ik heb de klok strak twaalf hooren staan,
Een yder doet dat hem behoort,
Gespelen wilt met vreugden voor ons gaan,
Nadien wy zijn gevoet,
Vol op in overvloet,
Met Ceres haar gaven, in Bacchus drank,
Van ’’t wilde gebraan,
| |
[pagina 142]
| |
En wat nog Diaan
Ter tafelen schank.
4 Nog roept de Ratel-wagt by nagt,
De klok het ien, laat sien, een het de klok,
Is ’’t nu niet lang genoeg gewagt?
t’’Sa lustig aan den rey van ’’t jok,
Wijkt Hymen gubter geen,
De Bruyd brengt na beneen,
En met zijn toorts te bedde geleyd,
Om daar te verrigten
Haar Minne-pligten,In soetigheyd.
5 Twee uren het de klok, loopt kok,
De klok het twee, Gespeeltjens reyse ras,
Stopt al u prullen in een hoek,
En brengt de Bruyd’’gom daar hy garen was,
By zijn beminde Bruyt,
Hem in de zale sluyt,
Daar dese soetertjes met haar twee,
Haar brand zullen blussen
Met woelen en kussen,
De klok het twee.
6 Nu roept de Waker wederom,
| |
[pagina 143]
| |
De klok het dry, seer bly, de klok het dry,
Twee Speelnoots met de Bruydegom
De Bruyt met twee Gespeeltjes aan haar zy:
Dat isser net drie paar,
Sliepense by malkaar,
Holla mijn sinnen houd binnen dien aap,
En offert u kusjes
Met vrolyke lusjes:
Rijst uyt den slaap.
Den dag die naakt,
Vreest altyd God,
Houd zyn Gebod,
Vier het de klok.
|
|