De nieuwe vermaakelyke gaare-keuken
(1746-1747)–Anoniem Nieuwe vermaakelyk gaare-keuken– AuteursrechtvrijZingende en kwelende verscheyde aardige en boertige liederen en ernstige gezangen. Alle op bekende voyzen. Noyt in deze order zo Gedrukt. IIIde stuk
Stem: Het Maandje scheen zo helder.
ACh zoete Philidaatje,
Ik kom weer om een Praatje
Of gy beraden zijt,
Uw lodderlijke Oogen,
Hebben mijn Ziel onttogen,
En ben schier 't Leven kwijt.
| |
[pagina 84]
| |
Want zedert wy laast waaren,
Met 't Schuytje uyt gevaaren,
Na Maas en Waalse-plas,
En 't Zeyltje lustig zwelden,
Ik uw mijn Min voor stelden,
Die in mijn Boezem was.
Zo dat ik gantsche Nagten,
Verslijt in droeve klagten,
Om uw mijn Philida,
Om uw is al mijn denken,
Ook wilt my een-maal schenken,
Het zuyker-woordje Ia.
En wilt weer Liefde toonen,
Och Philida mijn Schoone,
Mijn Lief mijn waardste Pand!
Mijn vreugd op dezer Aarden,
Wil eens dees Trouw aanvaarden,
En draagtze aan uw Hand.
Vryster.
'k Dank uw mijn Lief vol eeren,
Godt wil ons Liefd' vermeeren,
'k Ontfang daar op uw Trouw,
Vryer.
En ik Godin geprezen,
Zal uwen Adam wezen,
Gy Eva tot mijn Vrouw.
|
|