De nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel
(na 1770)–Anoniem Nieuwe Amsteldamsche buyten-zingel, De– AuteursrechtvrijOp de voorgaande Wys.Daer zou ‘er een Magetje vroeg opstaan,
Om haar zoete Lief te zoeken gaan:
En zy zogten onder de Linden?
Maar kon ‘er haar Liefje niet vinden.
Met een kwam daar een Heer aan gaan,
| |
[pagina 36]
| |
Die zy Kind wat doet gy hier alleen t’staan
Of teld gy alle Groene Bomen,
En de geele goude Rozen.
Ik tel de groene Boomen niet,
En pluk ook alle goude Roozen niet:
Ik heb ‘er myn Liefje verlooren,
En kan ‘er geen tyding van hooren!
Hebt gy ‘er jou liefje verlooren,
Kanje ook geen tyding van hem hooren!
Hy is ‘er op Seelands douwe,
En verkeerd met alle schoone vrouwe.
Is hy ‘er op Seelands douwe,
Verkeerd hy daar met schoone vrouwe;
So mag de Hemel zyn leidsman zyn.
Met alle mooye Meisjes die by hem zyn.
Wat trok hy uyt zyn mouwen,
Een Ketting rood van Gouwen?
Die ik u schoonkind schenken,
Wild op uwe lief niet meer denken.
Alwaar die Ketteng nog eens zo lang:
Dat hy van den Hemel op d’Aarde hang
Veel liever wil ikze verliezen.
Eer ik een ander liefje wil kiezen:
Doe ontroerde die Heer zyn Bloed,
Schoon kind ziet wel voor uw watje doet
Gy bent ‘er myn regte Huys vrouwen,
En ik wilder geen ander trouwen.
|
|