De nieuwe vermaakelyke snuyf-doos, zynde versiert met veelderley zoort van aardige en aangenaame gezangen
(ca. 1750)–Anoniem Nieuwe vermaakelyke snuyf-doos– AuteursrechtvrijOp een pleizierige Wys.Als ik aanschouw de glans van u bruin oogen,
Zoo werd ik in het binnenste van myn Ziel doorwont,
Als ik aanschouw de glans van u bruin oogen,
zoo werd ik in het binnenste van myn Ziel doorwont,
Dog van u te zyn ag Liefje dat doet myn sterve,
Maar by u te zyn dat maakt myn hertje gezont,
Og mogt ik maar eens de troost van u verwerven,
| |
[pagina 75]
| |
Geen meer kontantement der min, ik op de Wereld vond.
Og Koridon wat vind gy in myn ooge,
door het schyn word meenig mensch zoo ligt doorwont,
Og Koridon wat vind gy in myn oogen,
Door het schyn wert meenig mensch zoo ligt doorwont,
daarom zoo moet ik u gezelschap schouwen;
Gy zyt myn beste vriend dien ik ter weereld houw,
Maar het zal u dog nimmermeer berouwen:
Want vuur en Stroo men zelde goet by een betrouwt.
Schoon dat ik leef gelyk een Salamander,
Zoo min ik u myn Lief en nooit geen ander,
Schoon dat ik leef gelyk een Salamander,
Die zig zelfs versmelt in ‘t midde van het vier,
daarom schoon Lief en wilt myn niet verstoote,
Want in het minnevier vind ik altyd plaizier,
Ja zelfs aan de hoove van de groote,
Maar niet alzoo opregt als in het veld alhier.
Wel is het dan opregt zeg myn getrouwe harder,
Zoo blyft hier in het veld en gaat niet varder,
Wel is het dan opregt zegt myn getrouwe harder,
Zoo blyft hier in het veld daar schenk ik u myn trouw:
Sa Herders speeld dan op je Fluit met eere,
Een schoon jeugdig Lied al voor dit zoete paar,
Wilt alle droefheid nu ten beste keere,
En weest nu verblyd tot dat de dood ons scheid,
Wilt alle droefheid nu ten beste keeren,
en weest nu verblyd tot in der Eeuwigheid.
|
|