De nieuwe vermaakelyke snuyf-doos, zynde versiert met veelderley zoort van aardige en aangenaame gezangen
(ca. 1750)–Anoniem Nieuwe vermaakelyke snuyf-doos– AuteursrechtvrijOp een aangenaame Voys.Ach schoonste Cloris wilt het niet gedenken,
Dat ik steeds Liefde draag tot Amaril,
Gy zyt de Min, ik wilse u ook schenken,
Dat ik steeds voor u,
dat is steeds voor u,
dat ik steeds voor u bewaaren wil.
Zy pogt steeds op haar klaverryke Landen,
Dat zy steeds op haar Rykdom roemt,
In slavernye,
in slavernye,
in slavernye die men vryheid noemt.
Haar lonkjes van haar glinsterende oogen
Gy die Opstookster zyt van zuivere gloed,
Die hebben my tot minne meer bewoogen,
dan Amarille,
dan Amarille,
dan Amarilletje met haar Goed.
Een opregte Liefde vint in ‘t oog geen schaade,
Zy heeft iet anders in haar gezigt,
En dat en kan geen Sterveling verzaade,
| |
[pagina 72]
| |
Zy die de Liefde,
zy die de Liefde,
zy die de Liefde in het oog verligt.
Wel wat een vergenoege zal het dan ook weezen?
Dat ‘er eens quam ja dien blyden dag,
Dat ik u myn Allerschoonste uitgeleezen,
Eens in myn Armen,
eens in myn Armen,
eens in myn Armpjes neemen mag.
|
|