De nieuwe vermaakelyke snuyf-doos, zynde versiert met veelderley zoort van aardige en aangenaame gezangen
(ca. 1750)–Anoniem Nieuwe vermaakelyke snuyf-doos– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
Op een nieuwe Hoogduitsche toon gestelt.
De Fransche Generaal spreekt eerst.
Wel Namen schoon,
Een Sleutel van Braband,
Gy zyt een Diamant,
Aan mynen Kroon,
Ik zoek u overschoon Juweel,
Te krygen tot ‘er mijn deel,
Want om u schoone Blom,
Is dat ik kom.
Antwoord uyt de Stad.
Wie mag hy zyn,
Die myn pryst booven al,
My dunkt het weezen zal,
Een Franse schyn,
Wel aan komt zegt myn Edel Heer,
Wie zoekt gy hier na u begeer,
Wat zyt gy voor een Man,
Die my spreekt an.
Franse Generaal.
Ik ben den Held,
Saren den Generaal,
die vreest geen vuur of staal,
Of geen geweld,
Ik eisch de Stad en het Kasteel,
Te hebben onder myn beveel,
En dat met zoet accoort,
Opent u Poort.
| |
[pagina 23]
| |
Antwoord uyt de Stad.
Ik heb u verstaan,
Zyt gy dien stouten Held,
Die met een groot geweld,
Alles tast aan,
En zoekt gy onder dit beleg,
‘t Kasteel en Stad te nemen weg?
Neen Vriend dat lukt u niet,
Wel voor u siet.
Franse Generaal.
Gy hebt gehoord,
Hoe ‘t met Brussel is gegaan,
Van Mons hebt gy verstaan,
Weest niet verstoort,
Wilt gy my bieden tegenstand,
Ik schiet de Stad en ‘t Kasteel in brand,
Eer men dit spel begint,
U eerst verzint.
Antwoord uyt de Stad.
Schoon dat ik dan,
moet valle in u hand,
Ik zal u doen tegenstand,
Zoo veel ik kan,
Het Kasteel zal door zyn grof Kanon,
U haast doen keeren naar Bourbon,
Gy kent myn dapperheyd,
Van langen tyd.
Besluyt van den Franse Generaal aan zyn Magt.
Sa Bombardier,
Steld nu het grof Kanon,
Door order van Bourbon,
Geeft geen kwartier,
| |
[pagina 24]
| |
Benouwt de Stad en ‘t Citadel,
Want ziet zy toonen haar rebel,
Men zal u stout bestaan,
Haast doen vergaan.
Antwoord van de Stad.
Gy brengt ons snoot,
Door al u zwaar getier,
Van Bomben en Mortier,
In zoo veel noot,
Dat men het witte Vaandel plant,
En zoo de Stad in uwe hand,
Te geeven regtevoort,
met goed accoort.
|
|