Nieu groot Amstelredams liedt-boeck(1605)–Anoniem Nieu groot Amstelredams liedt-boeck– AuteursrechtvrijInhoudende Alderhande Tafel, May, ende andere Amoureuse Liedekens seer vermaeckelijck voor alle Ionge Lieden Vorige Volgende [Ick weet een fraey casteel] Stemme: Cupido triumphant. Ick weet een fraey casteel In een seer schoon ladouwe, Noyt suyverder juweel Die mueren zijn van gouwe, Cantelen altemael, Saphijns, Orientael. t’Fondament is van Cristael. Rontom dat schoone pallays, Daer stroomt een schoone Riviere Het isser altijdt pays // men houter goe maniere Mocht ick eens smaken de vloet, Van die riviere soet, S osoud mijn jonck harte scheppen moet. Dese brug is excellent, seer constich boven maten Ghewrocht op t’water jent Van gout en silveren platen, Carboncker steenen reyn, ooc peerlen groot en cleyn En Saphieren ghesteken reyn. Die poorten van dat slot Sijn weerdich om laudeeren Voor trouwelijckste lot, machment estimeren Als sijn robijnen root, End’ oock diamanten bloot, En ammeraden zijn sy groot. Op der rievieren staen violierkens schone Gout bloemkens oock gheplant En Olijftacxkens groene, Wt jonsten versaemt snel, groeyt in deuchden wel Sijt gratieus deur gheests bevel. Al noem ick int ghetal niet meer dan dees drie spruyten Men noemtse noch niet, al, seer groot van virtuyten [pagina 131] [p. 131] Bloemkens noch cruyt men vinde Het is daer wel bekent Tis recht dat, men dat slot bemindt Binnen tçasteelplaysant Staen lustige salen, blinckende triumphant Schoonder dan gouden schalen, Die vreed’ des Heeren net Heeft Godt daer in gheset Wijsheyt is daer niet belet. Trou en beleeftheyt, wort oock aen t’slot bevonden Liefde daer niet en scheyt Seer suyver is van gronden Tis weert lof eere en prijs, gratieus is zijn advijs Het is een hemels paradijs. Dit slot hooge vernaemt, dat is een maget puere Sy en wert noyt beschaemt, Al sien haer nijders stuere Wou my dat edel graen voor haer dienaer ontfaen So waer mijn treuren heel gedaen Viel my doch dit gheluck Dat sy my consent gave, Te spreken sonder druck Des nachts daer ick om stave Ic hope dat sy sal blusschen mijn groot misval En my troosten in t’aertsche dal. Edel Princesse weert Moet ick u aenschijn derven So sal dees droefheyt sweert Mijn treurich hart doorkerven Dus gheeft my liefken raet, reyn bloemken delicaet Die u beminne in liefde staet. Vorige Volgende