Nieu groot Amstelredams liedt-boeck
(1605)–Anoniem Nieu groot Amstelredams liedt-boeck– AuteursrechtvrijInhoudende Alderhande Tafel, May, ende andere Amoureuse Liedekens seer vermaeckelijck voor alle Ionge Lieden
Op de wyse: Het reed een stoute jagher goet.Daerom souden wy treurigh zijn,
En hier geen vreught bedrijven?
schinct en dric de coele wijn, wijn
De Waert sal’t al op schrijven.
Drinct nu al uyt ist half of heel,
Wijn noch Bier wilt niet sparen,
Al vilt ghy’t kalf ten is geen scheel, scheel,
Verdrijft so u bezwaren.
Roept: In mijn keel is altoos brant
Ick moet ghestadich gieten
Met Wijn of Bier, ten is geen schant, schant
Noch t’sal my niet verdrieten.
Ghy alle diet goet nat bemint,
Wilt u doch aen houwen,
Al wort ghy dickwils als een kint, kint
Bespot van Mans en Vrouwen.
Dat en doet u noch niet so seer
Of t’bier kant wel ghenesen,
Suypt, gulpt, en giet van boven neer, neer,
En wilt voor spot niet vreesen.
Dus Princen en Princessen mee,
Die wijn en biet wel moghen groote togen.
En hout niet op, weest altijt re, re, re, drincken
FINIS. |
|