Nieu groot Amstelredams liedt-boeck
(1605)–Anoniem Nieu groot Amstelredams liedt-boeck– AuteursrechtvrijInhoudende Alderhande Tafel, May, ende andere Amoureuse Liedekens seer vermaeckelijck voor alle Ionge Lieden
Op de voyse. Ick ben een armer lansknechtVrienden die hier vergadert zijn
Wilt doch wel vrolick wesen
Den Bruydegom gonnet u fijn, op dit termijn
Met zijner Bruyt ghepresen.
Men mach vrolick zijn hier ter ste
Daer van is goet exempel
Want Iesus was in Galile, ter Bruyloft me
Hy is der Christnen Tempel.
Dat dees twee zijn geworden een
En heeft hun niet verdroten
Als Tobias en Sara deen, zijn sy te vreen,
Twas sovan God besloten.
Menich mensche is so onvroet
Al weet ghy goe partuere
Hy laetse om dat aertsche goet, twelc rotten moet
Tis weert dat het besture.
Dat elck niet even rijck en is
Wert somtijts niet ghesweghen,
Waer Liefde, Vred’ en vrientschap is, dats ghewis
Daer sent God zijnen zeghen
Nu vrienden die hier zijt versaemt
Wilt maken goede chiere
Een vrolick droncxken onbeschaemt so dat betaemt
‘wilt oock de spijs niet vieren.
Bruydegom ende Bruyt eerbaer
wilt dit in danck ontfanghen
| |
[pagina 24]
| |
De Heer gheef u lien deerste Iaer met liefd eenpaer,
Een kindeken met roo wanghen
|
|