De nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren
(1697)–Anoniem Nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren– AuteursrechtvrijStemme 't Sa Trompen en Trompetten.
O Maget vol van deugden,
Vol deftigheyt daar by,
Mijn hert is vol van vreugden,
Als ik aan uwe zy,
Mag sitten liefste Meyt
En in eerbiedigheyt,
U mijn trouwe voor te houwen,
'k Heb verbeyt.
Dat gy eens soud ontfermen,
| |
[pagina 52]
| |
Over u dienaer goet,
Dat gy my in u Armen:
Soud nemen met der spoet
En noemen my u Man
U Lief u Minnaer dan,
Soud ik lustig, fris en rustig
Zijn, voordan.
Het schijnt of mijn klagen,
U niet en gaan aan 't hert
Wilt my niet steets verachten,
Of ik vergan van smart
En sterf de bittere doot
Uyt liefde in u schoot,
Help my Meysje dog een reysje
Uyt de noot.
Siet hoe ik u uyt reyne
Opregte liefde min,
Gy zijt mijn troost alleyne,
Staeckt eenmaal uwe sin,
Over u dienaar uyt,
En wort eens mijne Bruyt,
Of mijn leven Lief verheven,
Dat is uyt.
Laet u dog eens verdrieten
De nare eensaemheyt:
Laet my eens troost genieten
Myn suyker soete meyt
Bied my u regterhant ?
Tot eenen liefde pant
Dan sal 'k roemen u schoon bloeme,
't allen kant.
Dan sal mijn hert het treuren
Vergeten al te maal,
Als ik u mag gebeuren,
Moet droefheyt uyt de sale,
En vreugde daar weer in:
Mijn lieve velt godin,
Laet 'k u sinnen, eens verwinnen,
Door de Min.
| |
[pagina 53]
| |
Dan sal tot aller tijde,
De liefde staan geplant,
Met vrede aan haar zyde,
Als gy o waarde pant,
Geworden zyt mijn Vrouw,
Door suyvere egte trouw,
Sullen wy leven, sonder sneven,
Ofte Rouw.
Dan sal ik u betonen,
O Lieffelyke lief,
Als gy mijn liefd wilt kronen,
En sijn tot mijn gerief,
Dat geen ik heb geseyt,
Is suyvere waarheyt,
En geen logen, dog u Ogen
Op my spreyt.
Om dit liet te besluyten,
So seg ik voor het lest,
Sluyt my niet eeuwig buyten,
Maar laat ik uwe Vest
Eens winnen Maget fris,
Geeft my u hert, gewis
'k Sal het mijne, doen verschyne
Op u dis.
|
|