De nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren
(1697)–Anoniem Nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren– Auteursrechtvrij
[pagina 48]
| |
[pagina 49]
| |
WAt klinkt my heden in het oor ?
Wat droeve tale komt my nu te voren
O hemel wilt mijn klagt aanhooren,
En ondersteunt my, dat ik in het spoor
Mag blyven, want mijn Liefste lief,
Die ik bemin, die wil tot mijn gerief
Niet zijn, sy wil my niet meer horen spreken
Van mijn ellend, en van mijn smeken,
En van mijn smeken,
Sy haar ooren wend.
Wat heeft mijn hert al smart gevoelt,
Wat droeve klagten my somtijts uytbroet
En 't scheen u meede wel te raken,
Maar 't was in schijn dies steets mijn hert
En weet niet waar 't sig keren sal,
't zy Oost of west ik ben als in een val,
Besloten, daar ik nimmer uyt komen,
Ten zy dat gy,
U strafheyt tomen,
En wilt troosten my.
Anders ik keer my tot de doot,
Indien ik u E niet en kan bewegen,
En als gy als gy altijt blijft tegen,
Dan sal de Doot my helpen uyt de noot,
Komt dan o Doot van stonden aan,
En wilt my van mijn lyden eens ontslaan,
En brengt my dog uyt dit in 't ander leven,
Of 'k sal voortaen,
Dolen en swarven,
Op een vreemde baan.
Maar neen, eer dat, ik sterven wou,
Of dolen, soud ik een Remedy soecken
Ik soud mijn leven niet vervloecken,
Maar Baghuys vinden vrolick sonder rou
Op 't wijn Vat met een Glas in d' hand,
Vol druyve nat gekomen uyt Duyslant,
De Rinsche Wijn wil ik veel liever loven,
Als dat ik sal
Mijn Geest uyt doven
| |
[pagina 50]
| |
Door dit ongeval.
Van al dees druck en swarigheyt;
Die ik u tegenwoordig ga vertellen,
Kond gy my helpen wilt dog stellen,
Op myn persoon, u sinnen lefste Meyt,
Komt my te baat en heelt mijn pijn,
Ik sal in eeuwigheyt u danckbaar zijn
Dog het is al vergeefs wat ik bedryve,
Sy acht my niet,
En laat my blyven,
In droevig verdriet.
|
|