De nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren(1697)–Anoniem Nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Den Marcker Harinch-Vangst, Ofte het Monickedammer Welvaren Een nieuw Liedt, van de Marcker Haringh-vanghst Ofte Het Monickedammer. Welvaren Stemme Lustigh Matrose repje wat &cs. KOmt Vrinden van de Haring-vangst, Komt saem en weert u als de Mans, En vanght de Haringh kleyn en groot: En werptse dan al in de Boot, En komt gy dan met hoopen Binnen lopen. Na MonicKedam 't is wel bekent, Die is de Haringh wel gewent Het is voor u een groot gemack, Ghy steekt you geltje in u sack, En gateer dan mee heenen Sonder steenen. Het is voor u ook groot plasier, Terwijl gy woont niet ver van hier Want Monickedam dat is de Stadt, Die gy ook wel Van noden hadt Om Van daar te halen Sonder falen. U Boter Kaas ook Speck en Broot, En al wat gy meer hebt van noot, Dat komt gy halen uyt de stee En brenght de Versschen Haringh mee, [pagina 4] [p. 4] De Haringh die is schoone Spant de kroone. Gy hebt het meenigh Jaer gedaan, En brenght u Schuytjes vol gelaen, An de Monickedammer Bregh, En makense vast al aen de stegh, Dan gaet gy die met hopen Stracks verkopen, Al aan de hangen het is waar, Die hebben ook soo menigh Jaar Daar in gehandelt met plasier: Sy bennen daar op kuys en fier ! Als sy wat kunnen winnen Na haar sinnen. De Scheepjes komen seylen aan, Na Monickendam wilt dit verstaan, En haelt de haringh daar van daen: Als sy tot buckingh is bequaam, En gaen die heene sleepen Met haar Schepen. Sy brengen die na Oost en West, Soo sleepen syse in haar nest, Want 't is voor haar soo grage waar Want elck een die roept tot aar, Ick sal daar Buckingh halen Sonder falen. De Markers bennen in haar schick, Als sy ook in een ogenblick, Daar vangen eenen Tal of vier Het is voor haar een groot playsier Het is haer om de gelde Ja die helde. Maar sy verdienen het wel suer, Verwachten meenigh avontuer, En lyden oock veel groote kouw, Sy hebben daarom geenen rouw, Als sy maer krygen gelde Dat haar gelde. Kleeren hebben sy oock niet te min, [pagina 5] [p. 5] Dit is voor haer een goet begin, Een wambes of een Rock of dry, En dan een bolle saugers py, Vier kousen aan twee beenen Gaan sy heenen. Hoort Marcker maetjes tot besluyt, Ick scheyd hier met mijn dichten uyt, Vaart dy om Haringh met u schuyt, Ter Zee waart in al om de buyt, De heer wil u beware Alle gare. Vorige Volgende