Eenen nieuvven Antwerpschen liekens-boeck(1654)–Anoniem Nieuvven Antwerpschen liekens-boeck, Eenen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Den minnaer schier van rouwe sterft Om dat hy sijn alderliefste derft. Een Minnaers Liedt, Op de wijse: Eylaes om een schoon vrou. VRou Venus stilt u doch, Ick ben ghenoech gheplaeght Want door u vals bedroch Wort mijn ionck hert doorknaecht Ghy soeckt my in u vier Ick ken u loose treken Ghy soeckt my in u vier Te branden als een sier. Verbiet u dertel kint, Het maeckt mijn sinnen slecht Al schildert men hem blint, Nochtans schiet hy wel recht, Niet minder als een doel, Heeft hy mijn hert doorschoten, Niet minder als een doel, Dat ick nu best ghevoel. [pagina 28] [p. 28] Eylaes om een schoon vrou, Die op der aerden leeft, Ly ick al desen rou, Siet wat de liefde al weeft Ken had het noyt ghelooft, Nu moet ick t’selver proeven, Ken had het noyt ghelooft, Dat sulcks de sinnen rooft. Heel bleeck is mijnen mont Van smert mijn lichaem nat. Mijn bloet is heel gheront, Mijn hert beeft als een blat. Wat batet veel gheweens, Eylacy ick moet sterven Wat batet veel gheweens Ick moet doch sterven eens. Maer dat mijn lief dit wist Dat ick ly dit verdriet Haer hert sloot als een kist Och segghet haer toch niet Met rou ghecleet int swert Sou sy over my draghen, Met rou ghecleet int swert En droefheydt in haer hert. Princers neemt dit in danck Adieu segh ick hier me Want ick ligh veel te cranck De Heer verleen u vre Ick send u desen brief, Wilt hem eens overlesen Ick send u desen brief Mijn alderliefste lief. Vorige Volgende