Van Rosemond,
Voys: Leonore.
ROsemond hoort ghy speelen of singen?
Rosemond hoort ghy speelen of singen?
Ick sie den dageraet op komen dringen,
Ick sie den dageraet op komen dringen,
't Weelige vee en grasige sooden
Komen ons minne te bruyloft nooden:
Op, op, op, eer de Son op den Dau, schijn,
Laet ons alle de Dieren te gau, zijn.
Och of ick had maer twee van de voncken, och, etc.
Die lest uyt haer kijckertjes bloncken, etc.
Ick steldese boven de Min haer kaken,
Om de blinde eens siende te maken,
Dat (op dat) als sy oorlogen wilde
Hy zijn Pijlen met kennis verspilde.
Amaril had ick hayr uyt u Tuytge, etc.
'k Wed ick vlogel dat Goodje, dat guytge, etc.
Dat met zijn boogh, met zijn pijl met zijn flitse
Lant tegen lant over eynde kan hitse,
En beroven den listighen stoker
Sijnen boogh, sijn geweer en sijn koker.
Alle Bosschen, Weyden en dalen, etc.
Nu met vreughde haer adem weer halen, etc.
't Weelige Iaer en vrolijcke tijen
Sijn hier nu op haer quickste te vryen,
Al de boomen en bloemen verob'ren,
En haer cieren met levende lov'ren.
Alle de Bosschen, Bomen en Bloemen, etc.
Staegh uwe deughde, u gratie noemen,
Dartele Duyven, Swanen en Mussen
Souden de vaeck uyt u oogen wel kussen,
Soo't u luste de doode te ruymen
Om de lust van de levende pluymen.
Waer zijn nu dees twee Goddinnen? etc.
Die mee met lust, met hert en met sinnen etc.
Danssen en singen, en swemmen , en speelen,
Om de Ionckmans haer hertjes te steelen?
Met vreughde sy haer verov'ren,
Om haer hartjes alsoo te berov'ren.
|
|