De nieuwen Haagze Parnassus Maagden-Berg(na 1711)–Anoniem De nieuwen Haagze Parnassus Maagden-Berg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Nieuw Liedeken, van Pover Soldaet, Op de Wijse: Alst begint. POver Soldaet quam nae den krijg getreden, Hy quam te huys naekt ende bloot, Pover Soldaet was heel beroyt. Pover Soldaet is na 's Weerts Huys gegangen, Weerdinne hebt gy Koele Wijn goet, Die ik noch t'Avont drincken moet. Pover Soldaet die is in Huys getreden, De Weerdinne sprack heel ontstelt, Mijn Wijn is goet hebt gy maer Gelt. Pover Soldaet die socht in sijne Tassche, Hy vont geen Silver of root Gout, Pover Soldaet was heel benout. Pover Soldaet ging na de Joden Strate, Hy versette zijn Mantel en zijnen Stock, Daer toe zijn Koussen en zijn Pals-rock. Pover Soldaet is weder na 's Weerts huys gegangen, Weerdinne hebt gy Koele Wijn, Wis heb ik Gelt in Saekelijn. [pagina 90] [p. 90] De goede Weerdin setten hem aen de Tafel, En hy hief op een Liedt en hy sang, De Weerdin die sag doen alsoo bang. Goede Weerdin waerom siet gy soo treurig, Ik ken u wel en ik sien u an, My dunckt gy zijt mijn getrouden Man. Laestmael als ick was na den krijg getreden, Doen liet ick u t'Huys met een kleyn Kint, Daer ick my nu schaem, en drie weer vint. Laestmael als gy waert na de Krijg getreden, Doen had iker een, en ik droegher nog twee, Pover Soldaet is dat geen drie! De twee die gy droegt als een snoode Hoer, Die en hebt gy van my niet ontfaen, Nu segt my wiet dan ook heeft gedaen. Pover Soldaet als gy na de Krijg gingt loopen, En liet my hier dus droevig alleen, Doen was ik voor de Gasten gemeen. Pover Soldaet was toornig en uyt-sinnig, En liep naer de Krijg met Eer, Pover Soldaet en quam noyt weer. Vorige Volgende