Het nieuwe tulpje
(ca. 1800)–Anoniem Nieuwe tulpje, Het– AuteursrechtvrijVersierd met de allernieuwste Liederen, welke heeden gezongen worden
Op een Aangenaame Wys.Zeg myn lieve Meisje,
Wat doet gy zo laat op straat,
Zeg myn voor een reisje,
Waar gy heenen gaat.
Ik gaan myn Juffrouw haalen,
Die nog by haar vrienden is,
Want zy zou verdwaalen
In deez’ duisternis.
Hoe veel zyn uw verdiensten,
Die gy verdiend ’t geheele Jaar,
By uw Jufvrouw of Maitresse,
Ik ben ’er zeer nieuwsgierig na.
Twintig Guldens effe,
Die verdien ik met de Knegt,
| |
[pagina 65]
| |
’t Drinkgeld daar beneffen,
Maar het gaat zeer slegt
Van deeze avond kunt gy winnen,
Wel vyf pond groot dat is niet klein,
Daarom treed maar binnen,
Het zal u zeer voordeelig zyn.
Zoo veel ronde schyven,
Die verlekkere deeze Maagd,
Zonder lang te blyven,
Heeft zyn kans gewaagt.
Maar toen hy zou betaalen,
Toen had hy geen geld op zak,
Hy sprak zonder faalen,
Ik zal betaalen strak.
Hy schreef de meid een Briefje,
En stelde haar uit van dag tot uur,
Dan zal ik u myn harte diefje,
Betaalen voor dees Kelder huur.
Zy heeft hem gaan daagen,
Voor ’t Geregt al met ’er spoed,
Die hem ook deed vraagen,
Haar verdiende goed.
Ik had het niet geweeten.
Sprak de Vent van het gebrek,
De Kelder was gespleeten.
En van onderen lek.
Zy zei wel groot Achtbre Heeren,
Hy heeft myn gezwooren zyn trouw,
Als dat hy de gaten en spleeten,
Al van myn Kelder stoppen zouw.
| |
[pagina 66]
| |
Met een zo moest hy tellen,
Deez’ meid haar verdiende loon,
Hoord myn jong Gezellen,
Welk een avontuur.
|
|