die plaatjes, die kleuren, die geuren, als steunpilaar missen. Dat wil zeggen de sterksten onder hen. Misschien krijgen de sterksten onder hen een voorsprong doordat ze sneller doorstoten tot wat belangrijk is, tot wat ze zelf zijn. Misschien werkt hier een vreemde wet, die voor de sterksten tot een voorsprong maakt, wat voor de zwakken een handicap is, een onoverkomelijke handicap vaak. Onteigend in herinneringen, zoeken deze zwakken steun in andere uiterlijke steunpilaren: een leider, een vlag of een leus.
Onzin.
In het officiële herinneren van clubs, partijen en staten hanteert men een jarenreeks die mij uit mathematisch oogpunt niet helemaal duidelijk is.
Evenmin is mij de relatie tussen deze reeks en het functioneren van het menselijk geheugen duidelijk. Nauwelijks kan ik mij voorstellen dat het menselijk lichaam cycli van tien jaar zou kennen, of van vijfentwintig jaar, de mathematische eenheden waarin het officiële geherinner meestal plaatsvindt. Zou het de gebeurtenissen niet zuiverder vasthouden als we eens in de zeven jaar, een herinneractie begonnen: vóór de cellen vernieuwd worden nog even kijken wat er in zit.
Net als ouders gaan autoriteiten van allerlei slag bij zulke herinnerseances gekleurde plaatjes in ons geheugen schuiven en aanwezige afbeeldingen herkleuren of uitbleken. ‘Nooit vergeten’, roept men soms, maar ook wel ‘een streep onder het verleden’. En natuurlijk kan men denkbeeldige strepen onder denkbeeldige verledens zetten. Het werkelijke verleden echter, het geleefde, geliefde, bitterzoete verleden ligt bezonken, neergeslagen, gekristalliseerd binnen in het weefsel en laat zich niet door een zó eenvoudige krik-krak-slot magie buitenspel zetten. Het verleden, het andere, de ander buiten willen zetten, is trouwens de ergste vorm van ontrouw. Ontrouw aan het verleden, het andere, de ander en dus jezelf.
Een beetje ouder ben ik geworden. En ik had het tevreden gevoel dat ik toch wel veel veranderd was. Controle op dat gevoel is natuurlijk niet meer mogelijk omdat met mij de mensen rondom ook ouder en anders geworden zijn en ik een verandering in hen uit kan leggen als een verandering in mijzelf en omgekeerd. Houvast is er niet. Behalve dan