De Nieuwe Stem. Jaargang 22

[p. 248]

Cees de Jong
gedichten uit zuid-afrika

fata morgana's

de uitgestrektheid van hollands polders
dijken breken koeien verzuipen op
zaterdagochtend een veelvoud van
verveelde mensen
met ruimte onder de wolken
hoelang nog de monarchie
in het duister is de kerk
voor de meesten slechts een naam met
hoogwaardigheidsbekleders stoffig
naar rang omhangen

grijpgrage kinderhanden klauwen
naar het monument bij het paleis
een zerk is bevuild van
een inwoner van de stad
met de vele grachten

afstanden worden groter voor uitgewerkte olie
in de hongerwinter ondergedoken bezweek
de nederlandse leeuw door herinneringen en
alle eilanden verloren

het volk bleef over uit engeland
kwam terug een opgestopte leeuw
het verleden uitgewist

aandelen telen aan de
afrekening komt later
omhoog

ik heb er niets meer mee te maken

[p. 249]

correcties

ogen ontmoetten van ver
drongen door dichte deuren

mijn hart sloeg op hol
toen wijn ter sprake kwam
mijn rechteroog staarde on-
rustig rond zocht eigenlijk niet
meer het was een gewoonte zoals
vruchtbaar drinken

ik heb een verhaal
om je heen gebouwd
iets dat je niet was
niet eens wou worden

ik moet nu meer ruimte maken
in mijn binnenste
maar hoe er is
zoveel vast te houden

zoals namen die niet meer
op te brengen zijn

[p. 250]

vandaag vijfendertig

herinneringen hartslag voorgeslachten
hagelslag sneeuwt
kan niet meer zo goed mee
de prille jeugd ligt achter
glasinloodramen bedwongen
kinderspeelgoed van voor veertig

kan nu veroorloven
handgeknoopte perzische tapijten
schilderijen van vrienden aan de muur

de dood wacht met een mes
in een vloermat opgerold

[p. 251]

verbannen

wat is er nog te vinden
zonder kleren naakt
wat is de zelf
een zalf voor de ego

gedachten geilheid voor papier
ziekgeworden van het huwelijk
verstard

sommigen leven jaren vol
voordat ze zwijgen
anderen branden op
in notime

wat helpt het
je gelooft me toch niet
waarom anders dit
wat hier staat