[Van de redactie]
De herinneringen die de Russische historicus G. Bauman ophaalt aan zijn bijdrage tot het Nederlandse verzet tegen de nazi-bezetter en zijn onderduikperiode in ons land, werden door hem gepubliceerd in een verzamelbundel van opstellen over het door Sowjetburgers in vreemde landen gepleegde verzet tegen Nazi-Duitsland. Deze bundel verscheen in 1962 te Moskou.
De herinneringen van Bauman geven een indruk van wat een Rus trof in de toenmalige Nederlandse situatie.
Gezien het memoirekarakter achten wij ons ontslagen van de plicht kleine feitelijke onjuistheden te corrigeren. Over de eigenlijke historische publicaties die Bauman aan de Nederlandse geschiedenis, waar hij zich sedert de oorlog op gespecialiseerd heeft, wijdde zou wél heel wat gezegd moeten worden, maar daarvoor is het hier niet de plaats. Deze herinneringen werpen zijdelings licht op de rol die de CPN speelde bij de mentale voorbereiding van de opstand der Georgiërs op Texel. Dit is des te meer van belang omdat het aandeel der CPN bij het in beweging brengen van de Sowjetburgers in Duitse krijgsdienst in het door J.A. van der Vlis geschreven boekje ‘Tragedie op Texel’ onderbelicht blijft.
Dat dergelijke herinneringen in de Sowjet-Unie gepubliceerd worden, laat zien hoezeer er onbevangen over deze problematiek gesproken kan worden. Ook aan de insinuerende slotopmerking van Van der Vlis dat we geen zekerheid hebben omtrent het lot van het gros der Georgiërs die de opstand op Texel overleefden, is na het bezoek dat mevrouw Boon-Verberg in de herfst van 1966 aan Georgië bracht, waarbij zij de meesten van hen ontmoet heeft, wel alle grond ontnomen. Met voldoening stelt de redactie vast dat de kritiek van W.F. Wertheim en J.B. Charles op deze ‘verrassende slotregel’ in De Nieuwe Stem van 1956 (pag. 535-536) volledig gerechtvaardigd is gebleken.
redactie