E. Zürcher
de ‘proletarische culturele revolutie’
Aanvulling op E. Zürcher - ‘Transformatie en traditie’ in het Chinanummer van De Nieuwe Stem, juni-juii 1966 (een aangevulde herdruk van deze aflevering is in voorbereiding)
De onderstaande opmerkingen zijn bedoeld als voorlopige aanvulling bij een artikel, dat zonder die appendix misschien nu al een antiquarische indruk zou maken. De snelle verandering van de situatie in China, die een artikel al verouderd maakt op het moment van publikatie, zou een waarschuwing moeten zijn voor de lezer om ook het volgende overzichtje niet te serieus op te vatten, te meer omdat de massa-actie nog in volle gang is. Dat ik het toch geschreven heb komt, omdat ik geloof dat wij niet zozeer met een werkelijk nieuwe ontwikkeling te maken hebben, maar veeleer met een explosieve verheviging van bepaalde, al lang werkzame processen.
De situatie is ingewikkeld en onoverzichtelijk, omdat zoveel ontwikkelingslijnen erin samenkomen: de felle actie tegen vooraanstaande kaders met ‘bourgeois-’ of ‘revisionistische’ neigingen, bepaalde verschuivingen in de hoogste partij-regionen, de val van Lioe Sjau-tj'i en de opkomst van Lin Piau, de onvoorstelbare cultus van Mau Tse-toeng en zijn werken, de vorming van de Rode Garde als stoottroep van de revolutie, enzovoort. Een dergelijk complex deed zich ook voor bij de vorige ‘explosie’, de Grote Sprong Voorwaarts van 1957-1958, die in bepaalde opzichten (zoals het nadrukkelijk verwerpen van buitenlandse voorbeelden en de actie tegen academische specialisten) leek op de huidige campagne.
Ook toen was er sprake van een plotselinge verheviging van al enige jaren bestaande processen, en ook toen sloeg China op spectaculaire wijze een eigen weg in die het van het Russische voorbeeld verwijderde. De excessen van 1958 lijken althans in hevigheid op die van 1966.
En als de autoriteiten in Peking nu de Culturele Revolutie beschrijven als een ‘tweede Grote Sprong Voorwaarts’, dan kan dat voor ons een indicatie zijn. Misschien is dat meer dan een holle leuze.
Is de tweede Grote Sprong de bezegeling van de breuk met het post-Stalinistische Rusland, zoals de eerste inleiding tot die breuk vormde?
Ik geloof inderdaad dat de huidige campagne in de eerste plaats een reactie is op het negatieve Russische voorbeeld: een ontlading van