vrienden en relaties. Het zou onnozel zijn te menen, dat na de coöptatie al deze maatschappelijke bindingen van geen betekenis meer zouden zijn voor de instelling van de rechter tegenover de maatschappij. Zouden er in Nederland tien rechters zijn, die geen lid zijn geweest van een studentencorps of een daarmee te vergelijken gezelligheidsvereniging? En uit de Tres-affaire blijkt hoe sterk díe band is: boetes worden hoofdelijk omgeslagen over hen, die door oud-Germaanse inwijdingsrituelen voor altijd met elkaar verbonden zijn. Zodra in Nederland zonen van smeden, kantoorbedienden en ongehuwde moeders rechter kunnen worden, zal het begrip onafhankelijke rechter een maatschappelijke realiteit kunnen worden.
De rechter is in theorie onafhankelijk sinds de Franse Revolutie, die het beginsel van de machtenscheiding van Montesquieu invoerde. In Engeland was een eeuw eerder de politieke dienstbaarheid van politie en justitie tegengegaan door de Habeas Corpus Act. Met grondwetten en theorieën alleen verandert men echter de maatschappelijke werkelijkheid niet. De Russische grondwet van 1936 was de meest democratische ter wereld in één van de afschuwelijkste dictaturen die de geschiedenis heeft gekend. Een Marsbewoner zou moeilijk kunnen begrijpen, dat de Amerikaanse grondwet en de Amerikaanse maatschappij (niet van 1936 maar van 1966) op de een of andere manier bij elkaar horen. De maatschappelijke en politieke gebondenheid van de rechter zien we ook na de Franse Revolutie telkens gedemonstreerd. Het spreekt het meest tot de verbeelding in de veroordeling van kinderen tot de strop of tot langdurige gevangenisstraf wegens het stelen van een brood. Ongetwijfeld werden deze vonnissen telkens uitgesproken door rechters, die zich onafhankelijk voelden. Zij die het begrip ‘onafhankelijke rechter’ invoerden, rekenen er op, dat het inzicht in de maatschappelijke gebondenheid van recht en rechtspraak steunt op gevallen, die historie geworden zijn. Zolang het inzicht daartoe beperkt blijft, is het voor de actuele verhoudingen niet gevaarlijk.
De uitspraken tegen de provo's werden en worden gedaan onder directe pressie van een kleinburgerlijke opinie, die zich in zijn benepen fatsoensopvattingen aangetast voelt en onder druk van de maatschappelijk en politiek heersende groepen,