De Nieuwe Stem. Jaargang 21

[p. 184]

Biografische gegevens

1902	Geboren te Rotterdam als tweede van de drie zoons van Hendrik Donkersloot, onderwijzer, en Cornelia Johanna Margaretha de Breij. Lagere school en Erasmiaans gymnasium te Rotterdam.
1917	Debuteert onder de initialen N.A.D. in Rostra gymnasiorum.
1918	Publiceert in Stad en land.
1920	Juli: einddiploma gymnasium. Studie Nederlands aan de universiteit te Leiden.
1923	Candidaatsexamen te Leiden. Vervult militaire dienstplicht als matroos-seiner bij de Koninklijke marine tot in 1924 te Nieuwediep en Leiden.
1925	Debuteert als Anthonie Donker in De vrije bladen. September: eerste kuur wegens longaandoening tot mei 1926.
1926	Doctoraal examen te Utrecht. Leraar Nederlands aan het Rotterdams Lyceum.
1927-1928	Tweede kuur te Davos.
1928-1929	Kuur te Arosa.
1929	De dichtbundel Grenzen wordt bekroond met de Van der Hoogt-prijs door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. Juli: promoveert cum laude op het proefschrift De episode van de vernieuwing onzer poëzie (1880-1894). Ontvangt op promotiedag de Domprijs voor de bundel Kruistochten van De gemeenschap te Utrecht. Tot in 1930 kuur te Davos.
1930	Oprichter en redacteur van Critisch bulletin. Leraar Nederlands aan het Lyceum Alpinum te Zuoz tot 1936.
1931-1937	Eerste huwelijk met M.P. Magani (Davos). Uit dit huwelijk is een zoon, Henk Gaudenz, geboren in 1932.
1936	Bestuurslid Nederlands PEN-centrum. Afgevaardigde van Nederlands PEN-centrum op het PEN-congres te Buenos-Aires. Lid Rijkssubsidiecommissie

[p. 185]

	voor letterkundigen, waarvan tot 1940 secretaris. Hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam.
1937-1940	Redacteur van De stem.
1938-1939	Tweede huwelijk met N. Visser (Den Haag). Afgevaardigde op de PEN-congressen te Parijs (1938), Zürich (1947), Venetië (1949), Nice (1952), Dublin (1953), Amsterdam (1954) en Wenen (1955).
1942	15 februari: stelt manifest op tegen de Kultuurkamer. Duitse gevangenschap te Scheveningen (18 maart - juni) en te St. Michielsgestel (juni - 15 augustus). Ontslag als hoogleraar en ondergedoken in Wassenaar tot 1945.
1944	Werkt mee aan voorbereiding tot oprichting van de Nederlandse federatie van beroepsverenigingen van kunstenaars.
1945	Derde huwelijk met Harmina Tjaardina Dadema (Wassenaar). Hoofd sub-sectie Kunst van de Staf van het Militair Gezag te Den Haag tot in 1946. Lid Nationale adviescommissie. Lid Eerste Kamer der Staten Generaal als vertegenwoordiger van de Partij van de Arbeid. Mede-oprichter en voorzitter van de Ned. federatie van beroepsverenigingen van kunstenaars. Kunstredacteur Algemeen Handelsblad tot in 1946. Oprichter en voorzitter van de redactie van De nieuwe stem. Voorzitter van de Vereniging van letterkundigen tot in 1956.
1946	Lid algemene sectie van de Voorlopige Raad voor de Kunst.
1948	Lezingentournee door Zuid-Afrika op uitnodiging van het Suid-Afrikaans Genootskap.
1949	Ontslagaanvrage als lid Eerste Kamer wegens tweede politionele actie. Secretaris van de faculteit van Letteren en Wijsbegeerte aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam tot zomer 1953.
1950	Medeoprichter vredesbeweging De derde weg. Rector van de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam tot zomer 1951.
1951	Vice-voorzitter van de Amsterdamse Kunstraad. Essayprijs der Stichting Kunstenaarsverzet.
1953-1956	Voorzitter van de faculteit van Letteren en

[p. 186]

	Wijsbegeerte aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam.
1954	Vice-voorzitter van het Nederlands PEN-centrum. Voorzitter van de sectie letterkunde der Rotterdamse commissie kunstbeleid tot in 1956.
1955	Lezingentournee naar de Nederlandse Antillen en Suriname op uitnodiging van het Comité ter bevordering van de wetenschap.
1956	Erevoorzitter van de Vereniging van letterkundigen.

*_**

1956	Wijziging van de leeropdracht aan de Universiteit van Amsterdam in: Algemene- en vergelijkende literatuurwetenschap.
1957	Wordt lid van de Pacifistisch Socialistische Partij en licht dit toetreden toe in een artikel in Bevrijding van december 1957.
1958	Benoemd tot permanent gedelegeerde van het Nederlands PEN-centrum en in die hoedanigheid tegenwoordig bij vrijwel alle internationale PEN-congressen en vergaderingen van de internationale PEN-executieve. Tevens lid van de Raad voor de Kunst op voordracht van de PEN; blijft ook vice-voorzitter van het Nederlands PEN-centrum tot zijn dood.
1960-1962	Regeringsopdracht tot het schrijven van een studie over J.H. Leopold.
1963	Lezingentournee naar de Nederlandse Antillen op uitnodiging van Dr. H.G. Hermans voor het Comité tot Bevordering van de Wetenschap op de Nederlandse Antillen.
1964	Lezingentournee naar de Nederlandse Antillen op uitnodiging van het Comité tot Bevordering van de Wetenschap. Reeks van 18 colleges waaruit de studie Wij noemen het literatuur voortkomt. Reis naar Australië voor het negende AULLA-congres te Melbourne.
1965	Dood in het C.I.Z. te Amsterdam op 26 december. Crematie te Westerveld op 28 december.

[p. 187]

Toelichting

De gegevens tot en met 1956 berusten op het kaartsysteem van het Nederlands Letterkundig Museum; deze gegevens zijn destijds door de conservator van het Museum, de heer G. Borgers, in overleg met Donkersloot opgesteld. De heren Dr. H.G. Hermans te Curaçao en Simon Koster van het Nederlands PEN-centrum hebben de aanvulling van deze gegevens voor de laatste jaren mogelijk gemaakt.

Red.