In de linker bovenhoek van de enveloppe stond, onderstreept ‘To’ geschreven en in het midden, nogmaals onderstreept ‘Mr. van Beuzekom’. Ik draaide de enveloppe om en zag dat de achterkant onverschillig was opengescheurd. Door vrouwelijke nieuwsgierigheid en verveling gedreven, ging ik in een hoek - met m'n rug naar de toonbank toe - zitten en met het boek op mijn schoot, haalde ik de brief uit de enveloppe te voorschijn. Hij was geschreven op een dun velletje gelinieerd papier van een goedkope blocnote, dat van onderen, nadat de brief klaar was, ongelijkmatig was afgescheurd.
‘Dear Sir’ las ik. ‘Would you please pardon Jacob for not attending work on Monday. You see we got the news that his cousin was stabbed last Friday night. So that was a sudden shock to him. They always went places together every Saturday. So yesterday he went to the station first for his ticket and thought he could just take a look and then take the train to work. His aunt told me it was very hard to tell him to go. She told me when he came in he went straight to the coffin. He stared at his cousin. He looked at him like there was no one around him. So he told his aunt that he gonna wait till 2.30 when the funeral starts. Will you please Pardon him Sir.
From A. Classen.’
Ik liet de brief langzaam terugzakken op mijn schoot. Achter de toonbank stempelde de vrouw in de blauwe jasschort rustig boeken af voor een oude dame in grijs voile. Aan de muur tegenover mij hing een ingelijste reproductie van Mantegna: een wezenloze madonna met een mollig, houterig kind op de arm. Uit de grammofoonplaten-afdeling, in een aangrenzend zaaltje, klonken vaag de klanken van een vioolconcert; het vioolconcert van Brahms. Het concert werd plotseling grofweg - midden in het adagio - afgebroken, zoals het leven van Jacob's neef. De neef waarmee hij iedere zaterdag uitging; naar het voetballen of een worstelwedstrijd, of misschien beladen met een oude rugzak en een gedeukte aluminium pan, de Tafelberg op voor een zorgeloos weekend.
Ik vroeg mij peinzend af hoe Jacob's neef was omgekomen. Misschien was hij doodgestoken tijdens een vechtpar-