Een geval van de B.V.D.
A.J. Koejemans, ex-communist, ex-redacteur van De Tribune - De Waarheid, werd tijdens de Hongarije-paniek bezocht door ‘iemand van de regering’, die hem uitnodigde Paul de Groot ‘een hak te zetten’ en tegelijk de regering een dienst te bewijzen. Toen hij voor die uitnodiging bedankte, dreigde zijn bezoeker, dat hij daarmee zijn a.s. schoonzoon wel eens zou kunnen benadelen, die immers op het punt stond reserve-officier te worden.
K. wees zijn bezoeker beleefd de deur, maar kort daarop verscheen er een tweede afgezant ‘van de regering’, die zich aandiende als een kennis van de schoonzoon, de eerste als een lompe sufferd verloochende en het veel subtieler aanlegde: K. zou zich verdienstelijk kunnen maken door een geschiedenis te schrijven van de communistische partij, waarvan hij de tegenwoordige toestand, de verschillende stromingen, etc. zo goed kende. Als hij een typiste tot zijn beschikking wilde hebben......
K. bedankte weer beleefd en een poging achteraf om collega's-boekhandelaren uit de buurt in te schakelen in het bespionneren van de concurrent mislukte. Maar wie K.'s sober verhaal in zijn boek Van Ja tot Amen (Amsterdam 1963) leest, denkt: er zijn meer ex-communisten in Nederland, hebben zij ook zo'n bezoek gehad? En ook deze onfrisse belangstelling, al of niet beleefd, afgewezen?