De Nieuwe Stem. Jaargang 20(1965)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 509] [p. 509] Eddy van Vliet onbeschreven vallen de bladeren nu van de bomen doch zie hoeveel verzen de humusgrond bedekken het dooit tranen in mijn keel zoute parels op mijn tong als stille getuigen van dit witte papier als woestijn voor mij gelegd met slechts één grote vlek die alom groter wordt totdat dit blad weerom onbruikbaar wordt toen we allen de duisternis verwachtten kwam het licht woorden die spraken van vreugde werden geboren langs de huizen wij reden verlost van de oude totem langs wijde banen met telefoonpalen als fonteinen op iedere dauwdruppel een vers geschreven terwijl de hoge orgelbomen cantates componeerden [pagina 510] [p. 510] Oud Antwerpen de druiven rijpen niet nauwelijks de zon langs de oude kaaien opgekomen plots deze regen regen van neon regen langs de schepen zimmer chambres pour voyageurs lachen de huizen de late bezoekers toe de vrouwen in rood en blauw uitnodigend de ramen zacht stilte langs het steen liefde zoeken langs de stenen gooien we onze ankers uit in de stapelhuizen huizen we bij de ratten bij maria van den hoek op de hoek van de krabbenstraat tekenen we 13 op de muur en bestellen griekse wijn zuur langs de monden roepen athene tot getuige op de tafel onder de stoelen om veelkleurig te rijden de kathedraal tegemoet wachten op zijn tweede toren zoals de drie indonesiërs op maria van den hoek 13 op de muren getekend en plots de regen steeds de regen Vorige Volgende