De Nieuwe Stem. Jaargang 20(1965)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 420] [p. 420] Willem M. Roggeman Identificatie van mezelf Dit bedrog van het oog: een schaatsen in het licht, een ei dat drijft in de zon, een traan werd mijn heelal. Zo vond men mij slapend aan de boord van de zee, een hand hakend in de nacht, met de verwonderde wonden van de overlevende held. Scherper dan het maagzuur bijt de waarheid op het netvlies. Mijn lichaam is een schreeuw die pas eeuwen na mijn dood weerklinkt. [pagina 421] [p. 421] Een vogel van sneeuw In dit land van woelige wonden wierp de droom een brug van schaduw over het ravijn der werkelijkheid en werd een vogel van sneeuw onze tijdgenoot. Met een late smaak van herfst op de tong raakte de vogel van sneeuw verward in het gebeitelde net der voorbije dagen, een transparante verkenner van morgen. Zo ging de avondzon op reis. Zie, in de wolken groeit een gelaat. Ontsnapt aan elke boze droom werd het hart een verheugde prooi. Aan de grens van de dag aarzelt steeds de slaap. Maar reeds vliegt de vogel de zon tegemoet, een weerloze stip aan de horizon. Vorige Volgende