Dit zijn enkele karakteristieken van zulk een primitief ritueel.
Het spreekt vanzelf dat deze spontane ceremonieën met hun verlossende hoogtepunt (of uitbarsting) heel moeilijk te rekonstitueren zijn in onze tijd. Men zou de nieuwe elementen moeten opsporen die het publiek zouden stimuleren tot medewerking.
Grotowski, die de essentie van het primitieve theater wel wil behouden, heeft er het religieuse karakter van opgegeven om er de ‘stimuli’ der leken van te behouden.
Hoe doet hij dat?
Door bij middel van de mise-en-scène een ARCHETYPE te realiseren.
Waarom?
Wat verstaat het toneellaboratorium onder ARCHETYPE?
Psychologen, anthropologen en sociologen zijn het er over eens dat er kollektieve voorstellingen bestaan, die zich o.a. uiten in de folklore, maar die meestal in het onderbewuste blijven leven. Soms duikt hij op als een symbool in de godsdienst of in de literatuur. Archetypen zijn:
het offeren voor de gemeenschap (Prometeus, Het Lam Gods)
het ruilen van ziel voor macht over de stof (Faust)
Deze archetypen zijn de voorstellingen van kollektieve waarden. Zij hebben allen iets te maken met de bestemming van de mens. Zij bevatten gemetamorfoseerde waarheden.
Het konkretiseren van deze archetypen op zichzelf reeds is een schok voor het kollektieve onderbewuste.
Het ontmaskeren en profaniseren, het op menselijke maat terug brengen, van deze waarheden en de kritiek die er uit volgt is een tweede schok.
Het realiseren van archetypen en de daaraan verbonden aktie laat deze extremen toe:
a. | Diep door te dringen in de emotionele substanties van deze ‘waarheden’ en hun betoverende greep op de mens (de tover). |
b. | Scherp en rationeel te analyseren en de mytologische betekenis aan te vallen door er het menselijke van te onderstrepen (de kritiek). |