| |
| |
| |
Jan Balicki
Het Gomulka plan
Op uitnodiging van een studentenorganisatie aan de Universiteit van Groningen hield ik een lezing over het Rapackiplan in oktober 1963. De Nieuwe Stem heeft mij de tekst van deze lezing gevraagd of een nieuwe uitwerking van dit onderwerp. Ik aanvaardde met genoegen dit voorstel, dat voor mij een bewijs te meer is dat de belangstelling voor de Poolse ontwapeningsinitiatieven ook in Nederland toeneemt - een land welks historische ervaringen niet lang geleden overeenstemden met de onze. Het Rapackiplan is even actueel als ooit, maar daarnaast bestaat er een nieuw Pools initiatief, het Gomulkaplan. Daarom waren enkele wijzigingen nodig in de tekst van mijn lezing te Groningen.
De hierna volgende opmerkingen zijn eensdeels uit mijn lezing genomen, anderdeels zijn zij nieuw.
Vreedzame ontwikkeling van het mensdom kan het best gewaarborgd worden door algemene en volledige ontwapening. Intussen zijn er vijf jaren voorbijgegaan sinds de eenstemmige aanvaarding door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de historische resolutie over zulk een ontwapening. Toch is er nog geen raket met kernlading, geen enkele atoomkop gedemonteerd. Integendeel, het materieel voor vernieling en vernietiging is nog geweldiger geworden.
Wij zijn ons allen bewust van de moeilijkheden en belemmeringen die de ontwapenings-onderhandelingen in de weg staan. Vele van deze hindernissen zijn reëel, als gevolg van uiteenlopende strategische en politieke opvattingen alsmede van de door de jaren heen opgekropte gevoelens. Er bestaan echter ook moeilijkheden die opgeworpen worden door hen die in feite niet geïnteresseerd zijn in ontwapening op enigerlei wijze, óf omdat zij overtuigd zijn dat ontwapening in strijd is met hun egoïstische en kort- | |
| |
zichtige belangen, óf omdat het geloof ontbreekt in de realiteit van ontwapening.
Wat ook de aard mag zijn van deze moeilijkheden, het probleem van algehele ontwapening is bijzonder ingewikkeld. Algehele ontwapening kan niet in één sprong worden bereikt. Ze kan slechts het resultaat zijn van een langdurig en moeizaam proces.
Polen is het niet eens met hen die de gevolgtrekking maken dat, als het niet mogelijk is alles in één stap te bereiken, er in het geheel niets te bereiken valt. Wij zijn tot een tegenovergestelde conclusie gekomen. Daar een afdoende regeling van het ontwapeningsprobleem in z'n geheel moeilijk lijkt, laten we dan proberen om het gedeeltelijk op te lossen, stap voor stap, te beginnen met kwesties die rijp zijn voor oplossing. Het is de algemene gedragslijn van de Poolse buitenlandse politiek steun te verlenen aan elke maatregel die ondernomen wordt om de internationale betrekkingen te verbeteren, om bronnen van en aanleidingen tot spanning uit de weg te ruimen en daardoor het gevaar en de dreiging van een nieuw gewapend conflict te verminderen.
Het fundamentele doel van de twee Poolse ontwapenings-plannen was een eerste stap te ondernemen tot het wegnemen van het gevaar van een atoomoorlog die in ons deel van de wereld zou ontstaan. De gedachte om pogingen tot ontwapening te concentreren op een gebied dat meer dan andere aan gevaar is blootgesteld, en tegelijkertijd op de dodelijkste van alle wapens, ligt aan alle Poolse initiatieven en voorstellen ten grondslag.
Het was het leidend beginsel van het Rapacki-plan betreffende de vorming van een atoomvrije zone in Centraal Europa.
Er bestaan vier opeenvolgende versies van het Rapackiplan.
De eerste versie die door minister Rapacki in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 2 oktober 1957 naar voren is gebracht, verklaarde dat Polen bereid is om op zijn gebied het vervaardigen en opslaan van atomaire wapens te verbieden, indien beide Duitse staten zouden toestemmen het zelfde verbod uit te vaardigen. Tsjechoslowakije sloot zich onmiddellijk aan bij deze verplichting
| |
| |
die ook door de Duitse Democratische republiek werd aanvaard.
De voornaamste bezwaren tegen het plan in dit stadium waren dat de verklaring als te vaag werd beschouwd, dat ze geen melding maakte van het controlevraagstuk en dit gebied niet beschermde tegen een nucleaire aanval die door andere staten zou worden ondernomen. Deze bezwaren werden in overweging genomen in het memorandum van de Poolse regering van 14 februari 1958. Dit voorzag niet alleen in het verbod van de fabricage en de opslag van atomaire wapens in de vier landen waarover de voorgestelde zone zich zou uitstrekken, maar het legde ook het verbod op om installaties te bouwen om deze wapens te verzorgen, in de eerste plaats bases voor het afschieten van projectielen. Het memorandum stipuleerde dat de voorgestelde zone door andere staten, in de eerste plaats door de atoommachten, zou worden beschouwd als een gebied waartegen geen kernwapens zouden worden gebruikt. Het memorandum wees ook de controlemaatregelen aan van wederzijds aanvaarde verplichtingen en opperde specifieke voorstellen over het inspectiesysteem.
Daarop stelde minister Rapacki op 4 november 1958, met inachtneming van verdere opmerkingen en reserves die ten aanzien van het plan waren aangevoerd, voor het in twee stadia te doen uitvoeren.
In het eerste stadium zou het verbod worden uitgevaardigd voor de vervaardiging van nucleaire wapens in de voorgestelde zone; ook zou men een verplichting op zich nemen in deze zone ervan af te zien om legers die nog niet in het bezit waren van nucleaire wapens er mee uit te rusten of hiertoe dienende installaties voor deze legers te bouwen. Dit zou neerkomen op het bevriezen van nucleaire bewapening in de voorgestelde zone.
De uitvoering van het tweede stadium zou worden voorafgegaan door een discussie over de passende vermindering van conventionele strijdmachten. Zulk een vermindering zou gelijktijdig tot stand worden gebracht met de volledige verwijdering van nucleaire wapens in deze zone.
Ten slotte was er het memorandum dat op 28 maart 1962 te Genève door de Poolse delegatie voorgelegd werd aan de Ontwapeningscommissie van 18 landen. Daarin vinden we
| |
| |
een nieuwe opzet van het Plan met nieuwe elementen: als: het voorstel de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te verzoeken een resolutie aan te nemen met betrekking tot het scheppen van een zone in Europa zonder kernwapens en met beperkte bewapening; de mogelijkheid voor andere Europese staten zich bij de overeenkomst aan te sluiten. Het memorandum zet uiteen dat de doeleinden van het plan zijn: de verwijdering van kernwapens en vervoermiddelen hiervan, een vermindering van militaire strijdmachten en conventionele wapens op een beperkt gebied, waarop dit kan bijdragen tot afneming van spanningen en tot een aanzienlijke beperking van het gevaar van een conflict op dat grondgebied.
Het Rapacki-plan heeft in de 7 jaren van zijn bestaan over de gehele wereld een discussie op gang gebracht. Het staat niet langer alleen. Er bestaan plannen voor atoomvrije zones over de gehele wereld. Ik noem bijv.: de plannen voor atoomvrije gebieden in de Balkan, in Noord-Europa, in het Verre Oosten, in de Stille Zuidzee, in Latijns Amerika. Er is een resolutie van de Verenigde Naties met betrekking tot een atoomvrije zone in Afrika. Bepaalde concrete overeenkomsten zijn al gesloten, zoals die omtrent Antarctica en de ruimte buiten de aarde.
Het idee van atoomvrije zones over de gehele wereld is bijzonder bruikbaar. Het betekent niet één stap maar een hele serie van voorlopige stappen die tot algehele ontwapening leiden. Maar zulk een stap is van bijzondere betekenis voor een gebied waar twee tegenover elkaar staande groeperingen direct met elkaar geconfronteerd worden, waar uitzonderlijk gevaarlijke haarden van conflict zich hebben opgestapeld.
Het Rapacki-plan heeft allerminst zijn deugdelijkheid verloren. Wij hebben in dit plan feitelijk een realistisch vergelijk voorgesteld, gebaseerd op de beginselen van vreedzame coëxistentie. Omdat zulk een realistisch compromis op de grondslag van vreedzame coëxistentie in toenemende mate het enige alternatief blijkt te zijn van een nucleaire katastrofe, wint dit voorstel een toenemend aantal aanhangers.
Kostbare tijd gaat echter voorbij. Voor ons allen zou tenminste een zaak van belang zijn dat een verdere wedloop
| |
| |
in kernbewapening in Centraal Europa tot stilstand kwam. Ten dien einde heeft de Poolse partijsecretaris Wladislaw Gomulka een jaar geleden een nieuw voorstel gedaan: de bevriezing van het bestaande nucleaire potentieel op het huidige niveau op het grondgebied van Polen, Tsjechoslowakije en de twee Duitse staten. Deze gedachte werd het eerst naar voren gebracht in een rede van de heer Gomulka, uitgesproken in Plock op 29 december 1963.
In een overzicht van de internationale situatie zei Gomulka:
‘Er kan geen werkelijke stabilisatie en normalisatie van de toestand in Centraal Europa zijn, een gevoelig trefpunt van de twee grote militaire groeperingen, zolang juist dit gebied volgestopt is met voorraden conventionele, raket- en bovenal, kernwapens...’
Tegen het einde van zijn redevoering noemde Gomulka een reeks problemen die dringend om oplossing vragen, tezamen met een aantal maatregelen die een rem zouden zetten op de bewapeningswedloop en het sluiten van verdergaande ontwapeningsovereenkomsten zouden vergemakkelijken. Vooraan onder deze, zei hij, zou staan ‘de bevriezing van nucleaire wapens in Centraal Europa’ en hij voegde hieraan toe dat
‘de noodzaak om tot overeenstemming te komen over een passend systeem van controle voor de hand lag... Polen is bereid dit voorstel in concrete punten uitgewerkt aan te bieden.’
Het memorandum dat na een grondige diplomatieke voorbereiding aan de betrokken Europese en niet-Europese regeringen werd voorgelegd gaf het voorstel een formele vorm. De tekst van het Gomulka-plan vindt men in een aanhangsel.
Zonder in te gaan op alle detailkwesties kunnen de volgende algemene opmerkingen worden gemaakt:
Het plan is opzettelijk en bewust beperkt zowel tot het gebied dat het beslaat als tot de militaire middelen waar het zich mee inlaat. Het is nog meer beperkt dan het Rapacki-plan en daarom eenvoudiger en gemakkelijker te aanvaarden.
Het heeft betrekking op het gebied van vier staten, maar
| |
| |
de voorgestelde overeenkomst staat open voor elk ander Europees land.
Het plan voorziet niet in ontwapeningsstappen in strikte zin, maar slechts in het voorkómen van verdergaande kernbewapening in dit gebied - onder ‘bevriezings’formule. Het legt het beginsel ter tafel van niet-produceren in het gebied, van niet-invoeren van buiten en van niet aanvaarden van nucleaire en thermonucleaire wapens door de ondertekenaars. De voorraden van deze wapens zouden op deze wijze bevroren blijven op het huidige niveau.
Dit geeft de aan het Gomulka-plan ten grondslag liggende bedoeling weer om het huidige evenwicht van kracht te behouden.
Beschuldigingen van een begeerte om het machtsevenwicht omver te werpen werden tegen de onderscheiden versies van het Rapacki-plan ingebracht. Zij waren niet gerechtvaardigd, omdat het logisch is dat noch de bevriezing - voorzien in het eerste stadium van het Rapacki-plan - van het bestaande nucleaire potentieel, noch de overeengekomen verwijdering van alle nucleaire wapens met een overeengekomen vermindering van conventionele wapens - zoals voorzien was in het tweede stadium van het Rapacki-plan - het machtsevenwicht kon veranderen.
In het geval van het Gomulka-plan sluit juist de bewoording van de bevriezingsformule de handhaving van het bestaande machtsevenwicht in.
Het Poolse plan zou, van dit gezichtspunt uit gezien, heel gemakkelijk door het Westen aanvaard kunnen worden, te meer omdat belangrijke politici, als bijv. de heer McNamara, verzekeren dat het Westen een tactisch en strategisch nucleair overwicht heeft in Europa.
Het lijkt passend hier de verklaring van minister Rapacki aan te halen dat ‘het probleem is, het begrip “machtsevenwicht”, in naam waarvan zo vele oorlogen gevoerd zijn, te vervangen door de idee van het “veiligheidsevenwicht”’ (uit het artikel van minister Rapacki ‘The Polish Plan for a nuclear-freezone to-day’, gepubliceerd in International Affairs van januari 1963).
Om op het Gomulka-plan terug te komen: De uitvoering zou een onschatbare gelegenheid verschaffen voor het verzamelen van ervaringen inzake controle, een der meest ge- | |
| |
compliceerde aspecten van het zo ingewikkelde probleem van de algemene ontwapening. Het zou mogelijk zijn deze ervaring te verzamelen op een beperkt gebied voordat de wereld overgaat tot algemene ontwapening. Het gebied in Centraal Europa zou op deze wijze een soort experimenteel terrein kunnen zijn voor vreedzame doeleinden, een proefveld voor uitgebreider oplossingen.
Nu vindt men juist in het Gomulka-plan zeer gedetailleerde voorstellen voor een uitgebreid systeem van supervisie en waarborgen. Om op het vervoer van nucleaire wapens toezicht te houden voorziet het plan in controleposten, in aan de grens gelegen knooppunten van spoorwegen, land- en waterwegen, zee- en luchthavens. Het stelt controle voor op de produktie van verboden militair materieel door posten in te richten in fabrieken die in staat zijn splijtbaar materiaal te vervaardigen voor militaire doeleinden.
Het Poolse memorandum stelt voor gemengde commissies in te stellen die op basis van pariteit de landen vertegenwoordigen welke deel uitmaken van de twee militaire blokken, maar die uitgebreid kunnen worden door vertegenwoordigers van niet-verbonden naties toe te laten.
Details betreffende het lidmaatschap, structuur en werkwijze van deze internationale organen zouden geregeld moeten worden door een na onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomst tussen de betrokken partijen.
Doelbewust zich richtend op het scheppen van een zo ver mogelijk reikend systeem van controle geeft Polen in overweging om aanvullende pogingen in het werk te stellen voor samenwerking op dit gebied, bijvoorbeeld door het beleggen van periodieke bijeenkomsten van de vertegenwoordigers van beide zijden en het uitwisselen van waarnemingen en informaties die door de controlecommissies of langs andere kanalen verkregen zijn.
Dit geeft een brede grondslag om een proefneming te beginnen en aan te bieden voor een mechanisme van internationale controle waarover men het gezamenlijk eens is geworden en waarmee is gewerkt.
Het vraagstuk van conventionele wapens wordt in het Gomulka-plan niet genoemd, terwijl het Rapacki-plan voorzag in een vermindering van conventionele wapens in het tweede stadium van zijn uitvoering. In elk geval, toen het
| |
| |
duidelijk werd dat een gezamenlijke benadering van deze twee initiatieven ertoe leidde dat de zaak werd belemmerd doordat ze de oppositie van bepaalde kringen in het Westen versterkte, werd besloten ditmaal alleen het probleem van de nucleaire wapens aan de orde te stellen met de bedoeling het voorstel terug te brengen tot de eenvoudigste en gemakkelijkst te aanvaarden elementen.
Op het punt van kernwapens is het Gomulka-plan weer beperkt tot de nucleaire en thermonucleaire atoomkoppen en heeft het geen betrekking op de middelen van overbrenging, dat wil zeggen vooral op raketten. Dit was weer het gevolg van een verlangen om de beginselen waar het plan op is gebouwd te vereenvoudigen en een gezamenlijk overeengekomen controle te vergemakkelijken. Uitoefening van controle op vervoermiddelen van nucleaire wapens zou ongetwijfeld bijkomende problemen scheppen.
Door het Gomulka-plan worden geen klaargemaakte oplossingen opgelegd. In dit plan verklaart de Poolse regering haar bereidheid met de belanghebbende partijen in discussie en overleg te treden om een overeenstemming te bereiken over de strekking van de voorgestelde ‘bevriezing’, over controlemethodes enz.
Welke argumenten worden nu tegen het Gomulka-plan aangevoerd? Sommige argumenten die reeds tegen het Rapacki-plan werden gebruikt worden herhaald. Allereerst blijft voor invloedrijke Westduitse kringen de éénwording van Duitsland een voorwaarde niet alleen voor de aanvaarding, maar zelfs voor de discussie over elk plan voor ontwapening of ontspanning, hoe beperkt ook. Slechts één citaat om deze houding te tonen:
‘Die Welt’ schreef op 6 maart 1964:
‘Geen vérreikende, regionaal beperkte ontwapenings-maatregelen kunnen genomen worden op een manier waarbij de oorsprong van de spanning in Centraal Europa, de verdeling van Duitsland, over het hoofd wordt gezien. Daar Rapacki deze kwestie heeft weggelaten, zal zijn meest recent voorstel het lot delen van al zijn vroegere plannen.’
Vele dergelijke opmerkingen zouden kunnen worden aangehaald. Laten wij dan de kwestie onder het oog zien:
| |
| |
Bestaat er verband tussen de Poolse plannen en het Duitse vraagstuk? Zeker, ongetwijfeld is dat er. De volgende passage uit het artikel van minister Rapacki, hierboven vermeld, kan hier worden aangehaald om de zaak te helpen verhelderen:
‘... Wij ontkennen niet en hebben nimmer ontkend dat de voornaamste inspiratie van ons initiatief was ons verlangen naar een vreedzame oplossing van het Duitse vraagstuk. Wij zijn van mening dat de schepping van een ontatomiseerde zone in Centraal Europa een belangrijke stap zou kunnen zijn naar ontwapening, omdat deze onder andere tegelijk een belangrijke stap zou betekenen naar een vreedzame oplossing van het Duitse vraagstuk - het fundamentele probleem van veiligheid en vrede in Europa en een van de problemen van de eerste orde met betrekking tot de wereldvrede...’
Wij moeten ons evenwel realiseren dat een eerste stap, zoals ze wordt beschouwd door de Poolse voorstellen, geen klaargemaakte oplossing van het moeilijkste probleem in Europa - het Duitse probleem kan insluiten. Het Poolse plan maakt geen aanspraak op de oplossing van het Duitse vraagstuk, maar aan de andere kant vergemakkelijkt het een oplossing, omdat het voorkomt dat het probleem zich toespitst.
Het Duitse vraagstuk kan niet opgelost worden langs de weg van een eenzijdig dictaat. De enige realistische benadering van de éénwording van Duitsland is die van een historisch proces dat zich alleen in een atmosfeer van ontspanning kan ontwikkelen, onder voorwaarde van versterkte wederzijdse veiligheid en vertrouwen in Europa, die bijdraagt tot de ontwikkeling van samenwerking en geleidelijke toenadering tussen de twee Duitse staten.
Afzien van kernwapens in Duitsland en in Centraal Europa, erkenning van het bestaan van twee Duitse staten, erkenning van het definitieve karakter van Duitslands grenzen, dat zijn eisen die niet alleen niet onverenigbaar zijn met de idee van de unificatie van Duitsland, maar integendeel een punt van uitgang vormen voor een ontwikkeling in die richting.
Daarom biedt het Poolse plan op dit beslissende punt mogelijkheden voor de oplossing van het Duitse vraagstuk.
| |
| |
Los van de argumenten die hiervoor zijn besproken, in verbinding met het Duitse vraagstuk, voltrekt zich de aanval op het Gomulka-plan voornamelijk op twee fronten. Allereerst worden verborgen Poolse bedoelingen ondersteld; verder worden alle soorten van militaire en technische argumenten gebruikt.
Wat onze ‘verborgen bedoelingen’ betreft:
Er bestaan tot dusver geen staten in de wereld die hun buitenlandse politiek slechts om altruïstische redenen voeren, zonder rekening te houden met hun eigen belangen. Natuurlijk hebben de Poolse plannen hun oorsprong in Poolse nationale belangen, in Poolse historische ervaring, in de tegenwoordige Poolse socialistische wijze van denken en in de meest vitale internationale belangen van ons land. Wij zijn te vaak door de geschiedenis in de frontlinies van de veldslagen der wereldoorlogen geplaatst. De diepe wonden van de laatste oorlog zijn nog niet geheeld.
Wij zijn hier allereerst betrokken bij het veiligheidsprobleem in Centraal Europa. Dit omvat de veiligheid van ons eigen land en draagt tegelijkertijd bij tot de veiligheid van Europa en de wereld.
Onze plannen zijn echter geen uitdrukking van nationaal egoïsme. Wij trachten niet onze veiligheid te versterken door de ontwapening van andere landen zonder zelf te ontwapenen; wij proberen niet andere landen te ‘bevriezen’ op nucleair terrein zonder de zelfde ‘bevriezing’ toegepast op ons eigen gebied. Wij zijn erop voorbereid om al de gevolgen te dragen van onze plannen of van één ervan, wanneer zij worden of het wordt aangenomen.
Wij zijn er zeker van dat de Poolse voorstellen, wanneer zij in een overeenkomst zouden zijn belichaamd, het gevaar van een toevallig uitbreken van een nucleaire oorlog zouden kunnen verminderen door de spanningen te doen afnemen op de contactpunten van de twee machtsblokken. Zij zouden ook de mogelijkheid van een nucleaire oorlog in Centraal Europa, veroorzaakt door politieke controversen, verkleinen.
Wij moeten bedenken dat wij hier te maken hebben met een gebied dat de betekenis heeft van een sleutelpositie voor de wereldvrede; in dit gebied staan reusachtige legers uitgerust met de modernste middelen van vernietiging oog in oog tegenover elkaar. Eén vonk in dit dichte militaire
| |
| |
terrein zou de vernietiging van het mensdom op gang kunnen brengen.
De lijn waar de twee tegenover elkaar liggende militaire groeperingen elkander confronteren ligt slechts 200-300 km ten westen van onze grenzen en niet veel verder ten oosten van de Nederlandse grenzen.
Zoveel over onze bedoelingen en onze motieven die in het geheel niet verborgen zijn.
En wat nu over de bedoelingen van de andere staten in de voorgestelde zone?
Het is bekend dat van de staten die in de Poolse voorstellen zijn vermeld, twee, naast Polen, te weten de Duitse Democratische Republiek en Tsjechoslowakije, van het begin af hun volle instemming hebben verklaard met alle bepalingen. De voorstellen werden verworpen door de vierde staat.
Geen van de vier staten in de voorgestelde zone heeft tot dusver nucleaire wapens. Drie hunner verlangen ze niet te vervaardigen of ze niet op hun gebied gestationeerd te hebben onder de voorwaarde dat deze wapens niet op het gebied van de vierde staat worden gestationeerd noch vervaardigd. Men zou het ogenblik willen begroeten waarop dezelfde bedoelingen zouden zegevieren op het gebied van de vierde staat.
De leden van de Verdragsorganisatie van Warschau verklaarden in het communiqué van 22 januari 1965 duidelijk hun volledige instemming met alle middelen die de Europese veiligheid waarborgen tegen de gevaren van de verspreiding van atoomwapenen. Voorstellen voor een nucleaire bevriezing en voor een atoomvrije zone in Centraal Europa werden nogmaals goedgekeurd.
Men moet vooral niet vergeten dat beide Poolse plannen ondersteund worden door de Sowjet-Unie die als nucleaire macht haar bereidheid heeft betuigd om passende waarborgen te geven aan de voorgestelde gede-atomiseerde zone.
Nu wat betreft de volgende lijn van aanval op het Gomulka-plan.
Er zijn tegenwerpingen van technische en militaire aard, die door verschillende generaals zijn geopperd. Wij kunnen er de generaals geen verwijten van maken. Welbeschouwd
| |
| |
is het niet hun voornaamste taak plannen voor ontwapening te ontwerpen. Maar wij zouden het wel de politici mogen verwijten die eenzijdig afgaan op de meningen van de generaals. Indien voorstellen voor ontwapening alleen van militair standpunt werden beschouwd, dan zouden zij nooit succes hebben. Elk zodanig voorstel moet, omdat het op den duur leidt tot toegenomen veiligheid van alle betrokkenen, in de beginfasen inbreuk maken op de bestaande systemen van beide zijden. Niettegenstaande deze reserves onderschatten wij geen enkele bezorgdheid over de kwestie van veiligheid van welke kant ook. Polen heeft besproken en is bereid ook bezwaren van militaire, technische aard te bespreken, wanneer zij bona fide worden gemaakt.
Een specifiek bezwaar tegen de Poolse voorstellen moet hier vermeld worden. De bedoeling is duidelijk in het licht van de twee volgende aanhalingen.
De Daily Mail constateerde op 6 maart 1964:
‘Voor het Westen heeft deze nieuwe verandering van de Rapacki atoomvrije zone die in 1958 ter tafel is gelegd de toegevoegde prikkel van de erkenning van de noodzaak van een of ander inspectiesysteem. Maar het grootste obstakel op dit ogenblik voor het plan is dat het waarschijnlijk West-Duitsland uit het M.L.F. project zou uitschakelen.’
En in de Stuttgarter Zeitung van 6 maart 1964 kon men lezen:
Washington... begrijpt dat West-Duitsland niet lang meer buitengesloten kan worden van de beslissende nucleaire macht, en aan de andere kant vreest het de mogelijkheid dat autonome Frans-Duitse wapens worden ontwikkeld. Het is daarom dat het de gedachte van een multilaterale kernmacht naar voren heeft gebracht die Duitsland een aandeel zou geven in het Westelijke nucleaire program zonder beslissende rechten wat betreft atoomwapens die het waren toegestaan. Desondanks vernietigt de USA de Duitse verwachtingen niet dat het, mettertijd, het absolute recht zal krijgen op zeggenschap in zake het nucleaire programma.’
De houding van Polen en van andere socialistische staten t.a.v.d. MLF en de Westduitse deelneming in deze kern- | |
| |
macht is geen geheim. Het is nog eens ondubbelzinnig vastgesteld op de conferentie van de verdragsorganisatie van Warschau, die in januari 1965 is gehouden. Over dit probleem wordt in dit artikel niet behandeld.
Wij hebben ons bezig gehouden met de tegenwerpingen tegen het Gomulka-plan. Laten we nu teruggaan naar het plan zelf.
In dit artikel was vastgesteld dat beide Poolse plannen door ons worden beschouwd als aanvankelijke, partiële stappen die leiden naar een laatste doel: algemene ontwapening en duurzame vrede.
Wij hebben nooit beweerd dat onze voorstellen een panacee zijn of noodzakelijk de eerste stap moeten zijn naar algehele ontwapening. Evenmin moet het de tweede of de derde zijn. De verwerkelijking van onze voorstellen kan door vele andere stappen worden voorafgegaan. Niet de stappen moeten geteld worden noch de prioriteit ervan hoeft te worden vastgesteld, maar het einddoel, algemene ontwapening en duurzame vrede kan niet worden vergeten en verloren gaan.
Wij begroetten daarom, zoals bijna de gehele wereld, het Kernstopverdrag van Moskou van 1963 als een belangrijke stap naar een internationale ontspanning. Met grote aandacht en positieve belangstelling begroette Polen de besluiten van de recente conferentie in Kairo van niet-verbonden landen om een conferentie voor wereldontwapening bijeen te roepen. Polen verwelkomt ook het voorstel van de Chinese Volksrepubliek tot volledige vernietiging van nucleaire wapens of tenminste het effectieve verbod er gebruik van te maken, als een voorlopige stap tot een bijeenkomst van staatshoofden om dit vraagstuk te behandelen.
Polen, samen met andere staten, heeft zich al lang geleden uitgesproken ten gunste van het sluiten van een non-agressie pact tussen de NATO en de Verdragsorganisatie van Warschau.
Vele andere mogelijke partiële stappen naar algemene ontwapening zouden kunnen worden genoemd: een overeenkomst die het oorlogsrisico door toeval of een verrassingsaanval zou verminderen; uitdunning van militaire eenheden; vermindering of ten minste bevriezing van militaire budgetten, enz.
| |
| |
Elk ernstig initiatief dat leidt tot ontwapening en ontspanning wordt door Polen gesteund.
Poolse initiatieven zijn niet beperkt tot Centraal Europa. Voorstellen die de heer Gomulka naar voren heeft gebracht op de 17e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties mogen hier in de herinnering teruggeroepen worden. In deze voorstellen vroeg Polen het sluiten van een overeenkomst voor de definitieve stopzetting van nucleaire proeven en de verspreiding van nucleaire wapens, de terugtrekking van het bestaande netwerk van bases op vreemde grondgebieden en het verbod van nieuwe.
Het initiatief van minister Rapacki betreffende een internationale conferentie over Europese veiligheid, naar voren gebracht gedurende de lopende zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, moet ook in herinnering gebracht worden.
Het is duidelijk dat wij slechts gelukkig zullen zijn als op een dag, hoe eerder hoe beter, onze plannen en initiatieven verouderd zullen zijn door een overeenkomst over algemene en algehele ontwapening. Maar er is nog geen zodanige overeenkomst in zicht - en de Poolse voorstellen blijven op de agenda. Wij menen dat deze bescheiden voorstellen de noodzaak inhouden te kiezen tussen een politiek die berust op een positie van kracht en een politiek van vreedzame coëxistentie.
Onze wereld is klein. De vraagstukken van oorlog en vrede gaan de gehele wereld aan, niet alleen de Grote Machten.
Kleiner staten kunnen ook veel doen voor het behoud van de vrede. De rol die deze staten spelen is niet beperkt tot het indienen van voorstellen en erover te discussiëren. Een grote dienst die zij kunnen bewijzen is vreedzame, constructieve coëxistentie in praktijk te brengen. Om dit te bereiken, kunnen zij zonder hun verbintenissen te benadelen, gebruik maken van hun economische contacten, traditionele en culturele verbindingen - alles wat hen dichter tot andere landen brengt.
Men weet nooit welke enkele druppel de weegschaal van het lot ten gunste van de vrede zal doen dalen.
(Vertaald uit het Engels door O. Noordenbos)
| |
| |
| |
Annex
Memorandum of the Government of the Polish People's Republic on the Freezing of Nuclear and Thermonuclear Armaments in Central Europe,
29 February 1964
The Government of the Polish People's Republic has already on numerous occasions manifested its consistent desire in the search for solutions aimed at bringing about international détente and disarmament and lent its support to all contructive proposals designed to achieve this end. The reduction of international tension and creation of conditions of security in Central Europe have always been and continue to be matters of particular concern to the Polish Government. This objective can and should be achieved above all by way of arresting the armaments race in this part of the world.
With this in mind the Government of the Polish People's Republic presented some time ago a plan for the creation of a nuclear-free zone in Europe which, as is known, aroused the interest of numerous states and of world public opinion. In the view of the Polish Government that plan continues to be fully topical.
The Polish Government believes that there are at the present time suitable conditions for undertaking immediate measures the implementation of which could facilitate further steps leading to a détente, to a strengthening of security and to progress in the field of disarmament.
Basing itself on these premises the Government of the Polish People's Republic is submitting a proposal to freeze nuclear and thermonuclear armaments in Central Europe. The implementation of such a proposal would be of particular significance to the security both of Poland and of all countries of this region as well as of the whole of Europe, since, while in no way affecting the existing relation of forces, it would contribute to the arrest of the nuclear armaments race.
I. The Polish Government proposes that the freezing of nuclear and thermonuclear armaments include in principle the territories of the Polish People's Republic, The Czechoslovak Socialist Republic, the German Democratic Republic and the Federal Republic of Germany, with the respective territorial waters and air space.
The Government of the Polish People's Republic sees the possibility of extending that area through the accession of other European States.
| |
| |
II. The freeze would apply to all kinds of nuclear and thermonuclear charges, irrespective of the means of their employment and delivery.
III. Parties maintaining armed forces in the area of the proposed freeze of armaments would undertake obligations not to produce, not to introduce or import, not to transfer to other parties in the area or to accept from other parties in the area the aforementioned nuclear and thermonuclear weapons.
IV. To ensure the implementation of those obligations an appropriate System of supervision and safeguards should be established.
The supervision over the implementation of the obligation not to produce nuclear and thermonuclear weapons covered by the freeze would be exercised in plants which are or could be used for such production.
To ensure the implementation of other obligations control would be established to be exercised in accordance with an agreed procedure in proper frontier railway, road and waterway junctions, sea- and airports.
The supervision and control could be exercised by mixed commissions composed of representatives of the Warsaw Pact and of the North Atlantic Treaty on a parity basis. Those commissions could be enlarged to include also representatives of other states. The composition, structure and procedure of the control organs will be subject of detailed arrangements.
Parties whose armed forces are stationed in the area of the armaments freeze and which have at their disposal nuclear and thermonuclear weapons would exchange, at periodical meetings of their representatives, all information and reports indispensable for the implementations with regard to the freezing of nuclear and thermonuclear armaments.
V. Provisions relating to the implementation of the proposal submitted above should be embodied in appropriate documents.
The Government of the Polish People's Republic is ready to enter into discussions and negotiations with the interested parties to reach an agreement on the implementation of these objectives.
The Polish Government will give due attention to all constructive suggestions, which would be in accordance with the objectives of the present proposal and would aim at the freezing of armaments in Central Europe.
The Government of the Polish People's Republic expects a favourable attitude to the proposal submitted hereby.
|
|