De Nieuwe Stem. Jaargang 19(1964)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 465] [p. 465] L. Brunt gedicht het beeld dat zijn de dwergen in hun wespennesten dat is de biezonder brute muziek het woordenspel op een zonnige zolder en de rechtlijnige averechtse aanduiding van een betekenis in 3 à 4 dimensies de vormen zijn ons ontvallen alleen de radio staat nog aan en van over de werelden horen we werelden en dichters die in vreemde tekens de taal van het gebeuren voorlezen dat is de vorm van een onderzoek dat is de techniek van het sneuvelen dat is de bodemloze put waaruit men dagelijks zijn voedsel hijst en dagelijks de klank vervormt op vastgelegde wijze de onafzienbare inhoud van een vlieggewicht een rechtszaak in retraite waar schrijvers hun brood bedrijven en bakkers kunnen spelen met de dood [pagina 466] [p. 466] handen ik tracht moeizaam mijn handen te beschrijven en ze af te drukken in mijn verwaarloosd dagboek van één avond klompen steen waarin ik vingers hak en piano speel fluwelen dwergen waarmee ik bergen opwerp en verloren raak in de zucht van een nacht lang slapen mijn handen vormen de uitgeholde boom waarin ik handel drijf godsdienst bedrijf mijn geweten offer dagen tel en droom mijn handen zijn in staat onkenbaar te vergaan in rookwolken en stof op zondagmiddagen vooral als ik hun woordenschat nauwkeurig formeer en evenzo vergeet Vorige Volgende