De Nieuwe Stem. Jaargang 18(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Reinout Vreijling Ik droomde deze nacht dat het weer oorlog was. Ik dwaalde door een stad, die rustte onder 't gouden avondlicht, langs havens, kaden, waar vertrouwde binnenschepen meerden. Zorgeloos fluitend las ik de in een vreemde taal gestelde borden. Verder lopend zonder op de weg te letten kwam ik in een met spaanse ruiters afgezette straat: hier begon 't ghetto van een nieuwe orde. Vredig hing ook hier de zon in groene bomen. Er liepen mensen rond met gele sterren. 't Was de tijd dat zij naar buiten mochten komen. Ik belde aan bij een grauwe woonkazerne en zag hoe even de gordijnen openschoven. In 't trappenhuis stonden de koffers klaar. Angstig sloop een kind met donker-warrig haar met een pop en nachtgoed in de hand naar boven. Het wilde thuis, niet ergens anders slapen, al kwamen zij vannacht ook allen halen. Vorige Volgende