werd dichtgesmeten, de locomotief trok aan; de venijnige ogen van opa werden troebel in het kleiner wordende gezicht, maar misschien kwam dat door de neerslaande dampwolken, die de dunne, verdwijnende gestalte omrankten.
Aan de officier met de imponerende sabel en met de grote blonde vrouw aan zijn zij vertelde hij als doel van zijn reis een station halverwege het lijstje van opa. Want opa had gewaarschuwd tegen nieuwsgierige uitvragers. 's Avonds reden ze al door de bergen en terwijl de koelere wind door het open raam hun haren opwaaide en de officier in zijn hoek snurkte, trok de grote grote dame hem met zacht geweld tegen zich aan. Ze streelde hem op vele plaatsen en hij probeerde het stokken van zijn adem te verdoezelen in de holte van haar hals, half menende, dat haar parfum door zijn opengesperde neusgaten heen de zoetheid in zijn lichaam veroorzaakte, tot zijn warme hoofd slapend op haar schoot zakte.
Van de pope, die verderop met hem reisde, was hij bang, zichzelf daarom verachtend. Hij bloosde, toen hij de boeken van het Oude Testament moest opzeggen, daar gedachtig aan opa's lessen aarzelend aan begon, maar haken bleef bij Jozua al en tenslotte ondanks voorzeggen niet eens op Ezechiël kon komen. Hij revancheerde zich door de lijst van stations - tot halverwege! - op te zeggen. Dat ging hem goed af, omdat hij de namen de dagen tevoren uit vrees voor verdwaling uit het hoofd had geleerd. De pope glimlachte aanvankelijk, maar fronste daarna het voorhoofd. Hij liet hem de reeks herhalen, met halfgeloken ogen meeknikkend bij elke naam, maar aan het slot met beslistheid het hoofd schuddend. Met reistabellen, die hij op zijn soutane uitspreidde, bewees hij de ondoelmatigheid van het reisplan. Hij ontwierp een aanzienlijk kortere route, die bovendien door een fraaier landschap zou voeren en noteerde die op een stuk papier. Tussen elke stationsnaam liet de pope veel ruimte over. Die vulde hij naderhand met korte gebeden op, te zeggen na iedere dag reizen.
Navolgende wat de pope hem had voorgeschreven