Sonja Prins
Contra-koers (stellingen)
I
Wat vooruitstrevend en wat vrij is hangt van de omstandigheden af, zoals De Jong zegt. Maar wat niet van de omstandigheden afhangt is de wens om vooruit te gaan en te laten gaan, en de vrijheidswil. Beide zijn immers inherent aan het leven.
Zorg voor het leven in het algemeen is het hoofdbestanddeel van elke moraal. In zijn actieve, keuze-bepalende vorm is zorg voor het leven: links.
Begrippen als vrij en vooruitstrevend hangen niet alleen van de omstandigheden af; ze kunnen van hulpmiddel doel worden. Elk principe is potentieel dogma, leidt potentieel tot vernietiging.
Links is nog altijd waar het hart zit. Waar het hart zit is het leven; behoefte om te helpen en te verzorgen, afkeer van vernedering en onderdrukking. De Gracchen waren links, de Geuzen, de vroege Christenen en al diegenen die uit gevoelsoverwegingen communist, socialist, anarchist, ‘liberaal’ werden. In koloniale landen heten de linksen nationalist. Rechts is minachting voor het leven, abstractie toegepast op het leven, vernedering van de mens.
Er is een vooruitstrevend en er is een behoudzuchtig dogmatisme. Er is ook het dogmatisme van de anti-rationaliteit, de anti-theorie, het fascisme. Hoe minder theoretische bagage des te gevaarlijker de ideologie.
De theorie, die het leven verruimt, wordt ideologie wanneer haar ideeën zich fixeren. Ideologisch denken is potentieel neurotisch denken.
Niet de groep maakt de ideologie gevaarlijk maar de