De Nieuwe Stem. Jaargang 18(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 211] [p. 211] J.C. van Schagen Peiling Soms wordt ze gezien een kleine witte vogel in de wildernis * terug en terug en terug en verder terug en nooit genoeg * de witte blinkerds hoog en volstrekt schouwen ze in de late zon * een statige wolk stond hoog boven ons vandaag er was een reden * het kleine manen dat ging huizen in het oor het blijft maar zeuren [pagina 212] [p. 212] lange schiften mist staan 's avonds boven het land ik huiver van iets * in de diepe nacht als de uren voorbij gaan klopt het hart eenzaam * luister - de voetstap altijd is daar de voetstap maar er is niemand * achter in mijn slaap gaat langzaam een deur open het is de wind maar * de oude klok sloeg een kind lag wakker in den nacht de oude klok slaat * drie uur in den nacht nu staat het vlies op breken en passeert de dood * drie uur in den nacht nu komt een even raken aan verzonken grond [pagina 213] [p. 213] geen bloem zo subtiel geen vergif zo gevaarlijk geen weten zo oud * het leken grotten ik weet nu dat het weefsels zijn waarin ik ronddwaal * het regent vannacht een lang regeren dan zwijgt het even * er komt een roepen van wat woont oneindig ver en daar niet meer is * ze ging hier voorbij niemand heeft haar weergezien eenzaam in den herfst * de regen regent ze regent herinnering ze regent een komen * een trap wordt smaller er is geen teruggaan meer vóór en achter: mist Vorige Volgende