De Nieuwe Stem. Jaargang 18(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Nico Wijnen Noem dit geen waanzin noem dit geen waanzin of angsten sluipend in de nacht neen, dit is gezien in het heldere morgenlicht alle beelden scherp duidelijk kenbaar een kind op de fiets een hippende mus de bakker aan zijn kar de buurvrouw de markies neerlatende een zich lui rekkende kat de tijd alleen is onbepaald het kan zijn misschien nog lezende dit schrift ergens één beweging en dan dan niets meer niets dat is de waanzin duidelijk zichtbaar in de heldere morgen [pagina 147] [p. 147] Zeven honden honden zeven honden huilen in de holte van haar buik rukken aan de ketting janken om haar bloed in haar dijen ademen hun kelen hijgend speeksellekkend tandgeslagen om de strot dit wordt een vluchten voor begerige jagers een hazennest zacht dons kapotgebeten kuikens van het korhoen veren in het struikgewas droppels op de bladeren grijs van morgennevel dauwlekkend een mes in de liezen wacht de jager parelwit koudsteen vuurslags doodsklaar [pagina 148] [p. 148] Buitenspel ik keek 's nachts voor een overweg staande naar het rangeren van een trein de vuurgloed op de locomotief verlichtte het terrein de machinist hanteerde handels en kranen reageerde hangende in het raam op het fluiten uit het donker op het zwaaien van een lantaarn op de rode en groene signalen ik leunende op de neergelaten palen voelde mij te veel Vorige Volgende