ment zou afgeschaft worden? Wel, het spreekt vanzelf dat dan ieder onafhankelijk schrijversschap zondermeer onmogelijk zou zijn. Het enige dat een schrijver dan kan doen is zich terugtrekken en weer Shakespeare gaan vertalen, zoals dat gebeurt in de oost-europese landen.
Wat echter een stipendiant op dit moment kan overkomen is uitsluitend:
a. er worden voorwaarden gesteld en hij trekt zich terug;
b. de regering houdt het stipendium in omdat zijn werk haar niet aanstaat.
In beide gevallen is de schrijver even ver als toen hij begon. Maar in beide gevallen ook zullen zijn collega's, de volksvertegenwoordiging, de publiciteitsorganen hun stem verheffen, zoals dat gebeurd is toen de minister van O., K. & W. éénmaal na de oorlog eigenmachtig is opgetreden door een reisbeurs te weigeren voor een werk dat hem niet zinde; eenmaal is geprobeerd subsidie te onthouden aan een literair tijdschrift en sindsdien hoedt men er zich voor dezelfde blunders opnieuw te begaan.
Overigens heeft het actiecomité ‘Schrijversprotest’ een afzonderlijke stichting voorgesteld, die op soortgelijke wijze zou moeten funktioneren als de Stichting Z.W.O. Deze stichting zou de stipendia en additionele honoraria moeten toekennen, waardoor staatsinmenging vrijwel uitgesloten is en zeker wat betreft de bemoeienissen met individuele auteurs. Maar ook wanneer deze stichting niet geaksepteerd zou worden, zou de keuze niet in de eerste plaats komen te liggen bij een regeringsinstantie, maar bij een keuze- of ballotagecommissie, die voornamelijk gevormd zal zijn door vertegenwoordigers van de letterkundigen zelf.
Daarom staatssteun (voor wie wil) en geen staatsbemoeienis (omdat niemand dit wil).