De Nieuwe Stem. Jaargang 18(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Reinout Vreijling Sinds wij over Nymphen en Najaden - uit steen gehouwen of in brons gegoten waakten mosbegroeid zij, vergezeld soms door een hond of pauw tussen sneeuw, narcissen, de geur van hooi of wervelende bladeren in schaduwrijke tuinen, oude parken over wasdom en verwelken - koel en nuchter onze banvloek spraken, zingt klagend het bos eentonig een bitter verwijt - o reukoffers van hars gestaag druppelend uit de bloedende wonden van bomen die hun kruinen neigen in droefheid - en vleien onder een scherm van kruiden en bloemen angstig zich weidegronden tegen de borsten der aarde, zacht glooiende heuvels, vol treurnis om de velden de stromen en beken die wij verrieden. Vorige Volgende