Simultaanséance tegen het wereldleed
Met het leven op aarde kan het soms droevig gesteld wezen. Dat is een algemene zaak, waarmee heel wat meer mensen het te kwaad krijgen dan bijvoorbeeld met de hondsdolheid of andere uitzonderlijke rampen, die op hun beurt toch ook weer niet mis zijn. Er zijn hele reeksen ongemakken die l'humaine condition nu eenmaal aankleven.
Een Franse Ier of Ierse Fransman, een zekere Samuel Beckett, heeft dergelijke reeksen driemaal in toneelstukken ondergebracht, en zo de ellende des levens als het ware in koncentrische cirkels driemaal tot Kunst herschapen. Onder de knappe leiding van Kees van Iersel gaf de toneelgroep Studio een voorstelling van Happy Days. Krapps last tape, dat ik niet zag, laat ik buiten beschouwing. Dan is Happy Days na En attendant Godot en Fin de Partie een derde, nog ‘diepere’ verdieping van de menselijke misère. In grote lijnen toch ook weer gelijk aan de beide voorgaande stukken, omdat de variatie voornamelijk in de symbolische aankleding is gelegen.
De reeks ongemakken was dit keer vooral gesymboliseerd in een zandhoop, die aktrice Andrea Domburg vóór de pauze tot de borst toe insluit. Dat gaf haar de gelegenheid uitsluitend met het bovenlichaam de langzamerhand befaamd geworden ‘existentiële angsten’ uit te beelden. Fysiek en toneeltechnisch een prestatie van de eerste rang. Na de pauze wordt alles nog veel beklemmender. Andrea Domburg is dan tot aan de kin in het zand gezakt. Haar tegenspeler Ad Noyons, voor de pauze grotendeels onzichtbaar en onhoorbaar gebleven, komt nu tevoorschijn. Hij blijkt erg tragisch, een soort Copeau uit L'Assommoir, in het laatste stadium van delirium tremens, maar dan met bolhoed en jacquet. Spreken doet hij evenmin als voor de pauze, het blijft bij wat ongeartikuleerd gebrom. Als hij, trillend, zijn vrouw, of liever haar hoofd, tot op