hij figuren uit het oog, waren er handelingen vermeld die ergens voor moesten dienen zonder er tenslotte gebruik van te maken? Het leek hier namelijk nogal eens op, en men houdt er al rekening mee dat het verhaal zich in een veelheid van uitgestorte anecdotes en episodes verliest, als hij tenslotte toch eenmaal geïntroduceerde personen weer terug - en eenmaal begonnen handelingen weer oproept en er de consequenties van trekt. Soms zo gewaagd op het nippertje, zo op het laatst en zo summier, dat het meer aan goed geheugen en intelligentie te danken lijkt dan aan compositie dat hij er nog op terugkomt.
Op drie gegevens ademt het bock, op drie sporen beweegt het zich, en de vraag houdt de lezer ook bezig wat nu de hoofdzaak, het hoofdspoor is. Is het een beeld van de verzetsjaren in ons land en hun nawerking waaraan de hoofdfiguur tot ver in het buitenland: Londen, Canada, New-York niet ontkomt? De episoden van de verzetshandelingen zijn in elk geval het meest met vaste hand geschreven, goed van actie, van karakteristiek (van verzetsman en landverrader beide), van beschrijving, van proza. De latere milieus kent of beheerst de schrijver veel minder en maken daardoor een geforceerde indruk, ze zijn ook doorspekt van meer willekeurige, opgevangen anecdotes die de roman weinig baten en op zichzelf blijven hangen als korte verhalen om in (niet ieder) gezelschap te vertellen. Wij zijn gelukkig met het stuk verzetsroman; tot nog toe bestaan er - het is begrijpelijk - meer bezettings- dan verzetsromans en deze laatste tekenden het verzet soms negatief en in elk geval onvoldoende. De vertrouwdheid met de sfeer in het noorden van het land, in episodes als de jachtpartij en het openen van het testament, verhoogt de indruk van authenticiteit der verhaalde verzetshandelingen die ze inleiden.
Maar, geen film zonder liefdesgeschiedenis, zo lijkt het ook met deze roman te gaan. Zonder dat het echter de roman van een liefde wordt, want elke episodische relatie wordt zo niet opzettelijk uitgewist dan toch onvoltooid gelaten. Het bewijst dat het geen liefdesroman wil zijn maar - toch weer - de roman van een subject, zoals eigenlijk haast alle jeugdromans zijn die zich tot elke leeftijd van hun auteur kunnen voortzetten als deze niet een geboren louter romanschrijver-en-mensenuitbeelder is, en hoe zeldzaam zijn die, tenslotte alleen enkele groten. Zo is het toch een roman van autopsychologie geworden, of gebleven, van de afrekening met een ingeboren en door het verzet niet overwonnen maar verder ingevreten bestaanangst die naar het onduidelijk noodlottig einde voert vlak voordat de hoofdfiguur tot de consequenties van het gewone leven in gewone omgeving zal terugkeren. Daar tenslotte gaat het boek over en die subjectiviteit verzwakt het als roman. Noch de angst waarnaar het boek de moed der wanhoop