De Nieuwe Stem. Jaargang 17(1962)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 475] [p. 475] Louis Ferron [Gedichten] Lente De zee voert vlaggen aan en het strand schettert koper blauwe violen De schepen zwaaien over de vlakte, dronken zijn de polders, gevechtsklaar staan de vaarten in het gelid als de treinen passeren. Hier en daar hebben de mensen bloemen in het haar gestoken en met lachende gezichten zwaaien zij naar de dieren, die naar het slachthuis gaan. Het Het kruipt over de vloeren, vloekt binnensmonds en spreidt zich vadsig voor de kachel. Het laat zich aanzien, dat in de jaren na deze, Het zich voeden zal met het bloed, moeizaam vergaard, van geboren worden tot nu. Het beest dat mijn lichaam versnijdt, tot woedende eenzaamheid. Musica di camera Bladgoud en bloed zijn in de snaren gekropen van strenge violen [pagina 476] [p. 476] argeloze bloemen zingen onhoorbaar de zee in te diep misschien. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en het gouden orkest slaat juichend de zeehuid aan splinters brandende bommen soms messen. Er bloeien bittere dwergen op uit de trompetten duivelse kikkers die hikkend de hemel bestormen deze dwergen die bedaard gillend de baarmoeder verlaten hun koperen voorland. En de magiers in koel jaket onder driftig wiegende hoofden volvoeren vele manualen om tenminste nog muziek te maken van de dwarszang die hun partituren omhelst. Een vleugellamme vogel Soms ben ik vogelvlees, rood door de ruimte vallend en al mijn krachten ballend voor het verschrikkelijk ogenblik, waarop ik vallen zal. Vorige Volgende