[Nummer 6]
In memoriam Jan Romein
Met Jan Romein is, na Hendrik Pos zeven jaar geleden, opnieuw een der oprichters van De Nieuwe Stem weggevallen. Ons tijdschrift was maar één facet van zijn werkzaamheid waarvan men zich de omvang met moeite voorstelt, maar het nam een grote plaats in zijn gedachtenleven, zijn zorg en zijn plichtsbesef in, hij was er daardoor onuitgesproken het middelpunt van en een nooit aflatende grote stuwkracht. Zolang het hem nog mogelijk was, en terwijl alles hem al steeds moeilijker viel, had hij actief aandacht voor het tijdschrift.
Onvermoeibaar een levenlang in zelden door rust onderbroken reeksen van ongewoon lange werkdagen voortgaand, zoekend, strijdend, onderzoekend en blijvend bereid een gevormde mening weer als aanvankelijk te beschouwen en te herzien, heeft hij een groot oeuvre opgebouwd als historicus en als denker over de lotgevallen en het welzijn van het mensdom. Het waren de grootste vragen die hij zocht te beantwoorden, het werden grote studies die hij eraan wijdde. Maar als hij zich werkend terugtrok in zijn kamer bleef zijn geest strijdende midden in de maatschappij, want hij bezat nog het idealisme dat grote strijders van voor de eerste wereldoorlog zo stralend van verwachting maakte en waarvan men zou vrezen dat het aan het uitsterven is, als dat niet de onduldbare capitulatie van dat idealisme zelf betekende en als niet een voorbeeld als het zijne het zijn vrienden verbood. Zijn idealisme was zo voorbeeldig doordat het zo hecht gefundeerd, vrij van alle vervaging, zakelijk, nuchter, redelijk en tegelijk door en door bezield was. Zijn verschijning, ook als hij nadenkend zijn korte wandelingen volbracht, komend van werk en met nieuwe denkbeelden en voornemens er heen gaand, kwam ons altijd voor als een aansporing.
Een groot historicus, een groot strijder en een groot Nederlander is hij geweest. Zelf een der erflaters van