genoodzaakt waren deze evolutie in zichzelf te aanvaarden, en het doet mij goed eens op schrift gesteld te zien, dat er toch óók voor de oorlog christenen waren van een ander ethos dan Colijn. Het is daarom dat ik het niet kan accepteren het woord ‘christelijk’ zo ontkracht te horen als in genoemde zin. De kritiek die schrijver probeert te geven is nog wel ànders te formuleren dan zó, historischer misschien. Want het is voornamelijk de journalistieke onvolledigheid, die mijn irritatie oproept. Een onvolledigheid, die ons - naoorlogse generatie - misschien eigen is.
Debet aan onvolledigheid kan òòk de omvang van het artikel zijn: 6 pagina's, tegenover dat in Wending 14. (De Nieuwe Stem is - letterlijk genomen - iets smaller en langer, zodat we de bladvolumes als gelijk mogen rekenen.) Maar deze verontschuldigende berekening neemt toch niet de indruk weg, dat er met begrippen gespeeld is, die een evenwichtiger behandeling waard waren.
In het artikel van Mr. Dr. A.A. van Rhijn kunnen wij op pag. 305 lezen, dat de christelijk-sociale beweging in 1919 reeds een program van 5 punten vastlegde, waaronder het stimuleren van C.A.O.'s en het openen van de mogelijkheid tot verbindendverklaring van deze. Dat had de heer van Tijn niet gedacht! De vraag is dan ook niet, wat ‘christelijk’ überhaupt politiek gesproken betekent, maar wat het heden betekent. ‘Bestaat er in 1960 een christelijk-sociaal program?’ (pag. 306). Zò geformuleerd krijgt het recente woordgebruik ‘christelijk-sociaal’ wèrkelijk de noodzakelijke kritiek.
Wie christelijk sociale politiek wil verdedigen kan niet vasthouden aan het hanteren van arbeidsproductiviteit als enig kriterium voor loonbepaling. Hoe bepaalt een verpleegster haar productiviteit!? ‘Een oud ideaal (een rechtvaardig loon) der christelijk sociale beweging wordt hiermede ontkend.’ (pag. 314) Het recente woordgebruik ‘christelijk-sociaal’ ten goede zou warempel gezegd kunnen worden, dat juist aan dìt punt in de Troonrede aandacht is geschonken!
Geen enkele socialist (christen of niet) zal zich gelukkig voelen bij zulk woordgebruik, omdat het riekt