De Nieuwe Stem. Jaargang 16
(1961)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Kijkspelik rijg de rode knoppen van de lantarenpalen
aan de kim
ik leg het snoer om de hals van de zee
| |
Stormduiken er meeuwen in zee
of springt er schuim uit de golven
vliegt de zon door de lucht
of jagen er wolken voorbij
| |
[pagina 6]
| |
Kamer aan zeehet wordt zo donker
dat de meeuwen van de kraaien
niet meer zijn te onderscheiden
ik doe het licht aan
om jou te kunnen zien
| |
Ochtendnevelzee en hemel maken zich
uit hun omstrengeling los
beiden gaan tot aan de kim
weer hun eigen weg
| |
Slaapmijn oogharen raken de kim
ik ontval de meeuwen
ik droom het schuim
|
|