Ex libris
Varianten bij Leopold
Het belang van de studie van auteurshandschriften van na de uitvinding der boekdrukkunst is door de tijd steeds groter gebleken en steeds meer ingezien. De grote nieuwe Gotfried Keller-uitgave der laatste jaren dankt aan de studie daarvan, door Prof. Carl Helbling uit Zürich, bijv. talrijke verbeteringen van fouten die van druk tot druk hadden voortgeleefd.
Het is dan ook van grote waarde dat enkele handschriften van Leopold voor de dag zijn gekomen, uit het bezit van de familie Robertson te Rotterdam, temeer daar er van zijn bij zijn leven in druk verschenen werk vrijwel geen handschrift bewaard was en Leopold blijkbaar gewend was de handschriften na de publicatie van zijn werk te vernietigen. Dr. J.M. Jalink, te Bonn op een nog niet gedrukte dissertatie over Leopold voor enkele jaren gepromoveerd heeft, als in voorschot op zijn aangekondigde biografie van Leopold, de bedoelde handschriften thans gepubliceerd in een facsimile uitgave, onder de titel Nieuwe varianten van enkele Leopoldgedichten, uitgegeven bij De Beuk te Amsterdam (helaas zonder jaartal.)
Behalve het boeiend beeld van Leopolds evenwichtige handschrift geeft het de vermelding van de varianten bij de in druk verschenen versies van de reeksen Scherzo en Claghen en de gedichten Kerstliedje (uit de groep Verzen 1897), Herinnering en Kinderpartij, het laatste geschreven bij de tiende verjaardag van Mientje Robertson, een weliswaar op zichzelf niet essentiële maar toch (wetensw)aardige bijzonderheid.
De varianten geven duidelijk blijk van het werken op de gedichten, het is in de meeste gevallen niet moeilijk na te gaan, hoe ze zijn doordacht en bedoeld, welke subtiele nuances ze opleveren en hoe nadere beschouwing en ontleding daarvan zelfs objectief kan aantonen dat het inderdaad verbeteringen zijn, met een dus wetenschappelijke waardebepaling, van de verkieslijkheid van de ene lezing boven de andere. Wie zou twijfelen het een verbetering te noemen dat in het eerste der Claghen in r. 16/7 de verandering werd aangebracht van:
Daar is zoo diepe ellendigheid,
in
Daar is zo diepe ellendigheid,
een leegte zoo volslagen,