konden ze zelf openen - met een onzichtbare vloeistof. Het was allemaal ook zo opwindend, wat zij lazen!
Maar principes zijn principes, en men was zo onvoorzichtig geweest, behalve de brieven van de nazaten van Sjaalman ook die van de nazaten van Wawelaar en Droogstoppel open te maken, en erger nog, van de Hoogwaardige nazaten van de Rosemeyers, die in suiker deden en toen al niet zeer zuiver in hun begrippen waren daar zij een Roomse meid hielden. De nazaten van Slijmering ontliepen dus hun gerechte straf niet, of liever, zij ontliepen die wel - behalve één van hen. Alleen die ene, die schuldig was aan eigenwaan, en om zijn geweten te ontlasten, zijn vroegere zonden had opgebiecht, werd gestraft. De resident, wiens voorvader aan de Vecht de buitenplaats had bezeten, waar Droogstoppel vroeger op bezoek kwam, maar die nu een villa in Wassenaar bewoont, kende deze ambtenaar, en wel van een zeer ongunstige zijde. Men had zeer goed gedaan dien man weg te jagen, want hij was een zeer ontevreden persoon, die altijd op alles aanmerking maakte, terwijl er bovendien veel viel aftekeuren in zijn eigen gedrag.
En zo werd Lothario, die weliswaar Barbertje mee had vermoord, maar er tenminste spijt van had gekregen, door de rechter tot hangen veroordeeld.
Zodat nu alleen maar de vraag overblijft, in welke school de nazaten van Slijmering de kunst van het onzichtbaar openmaken van brieven hebben geleerd. Het antwoord is duidelijk: in de school van Droogstoppel, die van de Lauriergracht is overgebracht naar Den Haag. Maar uit die school zal niemand meer klappen: men weet daar nu wat er staat op de zonden van in het openbaar biechten en eigenwaan.
En daarom mogen wij aannemen, dat ook de nazaten van Droogstoppel zich streng houden aan het vast principe, nooit iets te lezen dat niet aan hen gericht is, omdat zij dit niet fatsoenlijk vinden.
Mèt Droogstoppel zeggen zij: ‘Ik doe het dan ook nooit als ik er geen belang bij heb’. En zij letten nauwkeurig op de vingerwijzingen van den Heer.