De Nieuwe Stem. Jaargang 15(1960)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 312] [p. 312] Herman van den Bergh Volgende schepping Hier waar de mens eet en niet anders kan zich bezoedelt en niet anders kan andren bevuilt en niet anders kan om zelf in rottenis te eindigen wie spreekt hier nog van zuiverheid? Hier in dit rijk van bare waanzin deze hoek waar 't denken draait om 't ingewand en wisselt als kleur boven olievlak wie spreekt hier nog van zuiverheid? Ik wraak de duif die vol luizen zit en de te vroeg welkende roos en 't maagdelijke kind met de benen wrak van begeerte en de heilige die enkel van zoenen droomt op de uiers van een teef en de engel die de mensdingen aanziet zonder eraan te sterven en de god die deze dingen aanblaast. Ik droom van een volgende schepping van een andere god heel ver van dit allemaal en vreemd er aan en naar die god gaan mijn gebeden uit: die god schoon en onschuldig wiens vingers, maken zij een mens, hem maken uit wat anders dan uit drek. Vorige Volgende