De Nieuwe Stem. Jaargang 15
(1960)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermdEx librisDr. J.W. Schulte Nordholt, Abraham Lincoln, 1959, 226 blz. Van Loghum Slaterus, Arnhem.Het is goed, het is prijzenswaardig, dat er historici zijn, die dikke boeken schrijven over, zeg, beklemde meijers in de Haspengouw tussen 1790 en 1830 of over de ontduiking van licenten in Noordoostelijk Urk in de Gouden Eeuw; ik kijk waarlijk niet daarop neer, ik zie er zelfs tegen op. Maar het is toch ook goed en prijzenswaardig - en voor de geschiedenis tenslotte een levensvoorwaarde - dat er historici bestaan als een bewijs voor het feit, dat de historiebeoefening een koninklijke, een heerlijke wetenschap is. Mits dan beoefend door de geleerde, die tevens een dichter, of door de dichter, die tevens een geleerde is en die behalve de zo onmisbare kennis en werkkracht ook nog beschikt over de zo volstrekt onontbeerlijke fantasie en stijlvermogen. Nergens zijn deze elementen zo noodzakelijk als in dat ongrijpbaar moeilijke genre van de biografie. Van in onze taal aan dit genre gewijde studies als die van Jan Romein en Sem Dresden heeft Schulte Nordholt profijt getrokken, maar de benadering van deze tegen alle benadering zo weerbarstige gestalte van Abraham Lincoln is tenslotte helemaal zijn eigen werk. Ik begroet deze eerste in het Nederlands verschenen Lincoln-biografie met dankbaarheid en eerbied; het was een genot, haar te lezen. Van het begin tot het eind leerzaam en boeiend, bereikt ze een hoogtepunt in het slothoofdstuk, ‘Lincoln leeft voort’, waarin het probleem van de zo paradoxale grootheid van deze figuur is gesteld. Voor wie wantrouwend staan tegenover een leesbaar geschreven historiewerk de geruststellende verzekering, dat het een zeer uitvoerige beredeneerde bibliografie bevat; men moet wel eens met dit bijltje gehakt hebben om te beseffen, hoeveel arbeid schuil gaat achter deze zeven bladzijden kriebelletters. De illustratie is voortreffelijk, de citaten vertaald, de aangehaalde dichtregels - hoe zou het anders bij deze dichter? - heel mooi. Kostelijk o.m. dat gezwollen vers van een ‘overvrome poëet’ (aldus Sch. N.), de voorzienigheid prijzend, omdat op die twaalfde februari 1809 niet allen Lincoln, maar ook Charles Darwin en Felix Mendelssohn geboren zijn, een ‘vingerwijzing Gods’, die hier duidelijk uit de doeken wordt gedaan en die ook de scepticus wat te zeggen heeft. Mendelssohn is overigens op een andere dag geboren - daar is die voorzienigheid dus, met een ietwat huiselijke uitdrukking, lelijk ingetippeld. J. Presser | |
[pagina 296]
| |
Jef Last, Lu Hsün - Dichter und Idol. Ein Beitrag zur Geistesgeschichte des neuen China. Proefschrift Hamburg. Alfred Metzner Verlag, Frankfurt a. M. 1959.In het begin van deze eeuw wisselde de zoon uit een verarmde mandarijnenfamilie van studie; hij had arts willen worden om kwakzalversmethoden te bestrijden, maar toen hij de zwijgende onverschil ligheid zag waarmee zijn volk vernederingen onderging, achtte hij het belangrijker hun geest te genezen dan hun lichaam en besloot voor die genezing zich aan de literatuur te wijden. Deze student werd onder de naam Lu Hsün de belangrijkste schrijver van het lijdende China en spreekt, met zijn fel menselijk reageren en haarscherp formuleren, ook tot ons. Het tegenwoordig China vereert en kanoniseert hem als de ‘wijze van de nieuwe tijd’ en als ‘communistisch denker’. Jef Last stelt zich in zijn proefschrift tot taak het ontstaan van de te eenzijdige verheerlijking na te gaan, waarbij hij Lu Hsün de eer laat die hem toekomt; ‘unendlich viel menschlicher, weitherziger und weitsichtiger, als er uns von der offiziellen Propaganda vorgeführt wird.’ Lu Hsün zal, als Erasmus bij ons, een omstreden figuur blijven. Men kan met citaten als ‘I shall refuse if some one wants to monopolize me’ (1927)Ga naar voetnoot1 zijn volstrekt non-conformisme aantonen, maar men kan ook wijzen op zijn toenemende nadruk op de noodzaak van revolutie. In zijn laatste jaren gebruikt hij soms marxistische terminologie, maar lid van de partij is hij nooit geworden. Dr. Last is een van de weinigen die zijn vroegere overtuiging niet overcompenseert. Hij gebruikt zijn ervaring van communistische methoden en zijn kennis van het Russisch om weglatingen en onjuistte tekstinterpretaties in de reeds omvangrijke Lu Hsün-literatuur aan te tonen; hij gebruikt zijn met dit werk voltooide studie van het Chinees om te laten zien hoe Lu Hsün tijdens zijn leven werd aangevallen uit hetzelfde kamp dat hem nu vereert. Het minst sterk is het hoofdstukje Der Chinese Lu Hsün. Lu Hsün is Chinees omdat hij elk facet van het leven van zijn volk weerspiegelt, kent, mee-lijdt, bespot, lief heeft, en critiseert; niet omdat hij al of niet invloed van de klassieken vertoont. Al polemiserend is dit proefschrift van een non-conformist en schrijver over een andere non-conformist, polemicus en schrijver een boeiend boekje geworden dat belangstelling kan wekken voor een boeiende figuur uit een ver land, dat zó ver niet meer is. E.d.J. |
|