is. En zoals alle over tijd feestende kinderen vervelend worden, is hij uiterst hinderlijk voor ieder tot wie zijn verdwaasd getoeter doordringt. Bovendien is hij ruzieachtig en slechtgehumeurd, door het brok progressiviteit dat hij bij zijn aanstelling ingeslikt heeft en dat hem slecht verteerd zwaar op de maag ligt. Men heeft hem onze kleine McCarthy genoemd, inderdaad doet hij daar wel in zakformaat aan denken, en dat heeft nu eens niet in P.C. gestaan maar in de N.R.C., die algemeen voor gematigder wordt gehouden dan het nu ook niet zo engelachtige amsterdamse blaadje van jeugdige schreeuwlelijken en relletjeszoekers. Niemand zal dezen voor fijne luiden houden, maar H.A.L's kapitale vergissing is dat hij zich dankzij E.W.'s kapitaal voor fijner hield dan zij. En waande dat de nederlandse rechtspraak geen verschil zou zien tussen brooddronken kwajongensachtigheid en kwaadaardige onbetrouwbaarheid. Mr. Stheeman heeft misschien zelf niet beseft welk een tact hij opbracht toen hij de partijen in het kort geding taxeerde en vond dat men P.C. bars moest toespreken maar E.W. behoorde te veroordelen.
H.A.L. heeft niet begrepen dat men P.C. van alles betichten kan maar dat men het kwaad van het anti-semitisme bij hen net zo min moet zoeken als bij hem zelf een oprechte verdediging van verdrukten en vervolgden. Hij mag dan veel kleiner zijn dan McCarthy was, zijn domheid is toch wel veel groter. Waar doet hij mij toch aan denken behalve aan een verkeerd soort Holland-Amerika Lijn? Aan een joy-rider die gaat toeren met andermans reputatie en deze aan brokken rijdt? Te veel eer. Dit zou men desnoods op P.C., kunnen toepassen. Maar H.A.L.'s hetze van verdachtmaking tegen de schrijfster Beb Vuyk bijv. wie hij niet eens als inktlap kan dienen om haar pen aan af te vegen, had de kwalijke opzet haar uit het land te verdrijven dat haar liever bekroond dan beklad moge zien. H.A.L. besmeurt reputaties liever met aantijgingen waar letterlijk geen woord van waar is. Waar doet hij mij toch aan denken? Tussen geen engel en duivel houdt hij het midden maar tussen een larmoyante sunny boy