De Nieuwe Stem. Jaargang 15(1960)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 169] [p. 169] [Nummer 3] A. Marja Kandij Wie kan weten hoe het de verzadigde oplossing te moede is? kon die spreken kwamen er woorden als: ik ben zwaar en zwanger ik ben buikig en bang ik sta op barsten ik moet vloeien of springen ik kan niet meer - en wie kan weten hoe het koordje erin daalt dat de verlossing brengt? knap fluisteren de kristallen het gebiedt en wij zijn er het spreekt en wij staan - ik was er op school al mee bezig en al lachte de leraar ik dacht aan de dorpsvrouwen die gezellig hun koffie met klontjes lurkten: vaak visten ze argeloos kwebbelend dat almachtige koordje eruit. [pagina 170] [p. 170] Verscheiden Oud tarwebrood zo traag wordt wat men tot zich neemt de ruimtevaart der ziel is een adamski-sprookje de priesters liegen liegen dat ze piepen in alle kieren van hun mechaniek kultuur of kitsch een kufstein-heldenorgel dat dreunt en tremoleert over het avondland de ondergang staat in het advertentieblad tussen de bolknak en home-permanent men legt de lijfelijke liefde in de muffe lade der nalatenschap de korrel brengt geen vrucht meer voort het brood dat vers is kan men soms nog even ruiken dag kamer kantel maar het is zo ver. Vorige Volgende