De Nieuwe Stem vijtien jaar
De Nieuwe Stem gaat de vijftiende jaargang in! Hij heeft niet zichzelf maar wel de ieder jaar terugkerende voorspellingen overleefd dat hij het niet lang meer maken zou. Dikwijls was daarbij de wens de vader van de gedachte. De meerderheid van het denkend deel van ons volk had de Nieuwe Stem graag zien verdwijnen, voorzover een minderheid van die meerderheid weleens over de Nieuwe Stem nadacht. Bestrijding is de Nieuwe Stem soms, verdachtmaking vaak, verzwegenheid die een vorm van verlegenheid kan zijn, het meest te beurt gevallen. Vaak stonden in de Nieuwe Stem meningen die slecht pasten in het platte vlak van zich op ruime schaal vrijwillig gelijkschakelende opinies waardoor de kranten soms het beeld vertonen van een politiek blokschrift, en waarmee men zo weinig weg wist dat men ze beter kon doodzwijgen dan bestrijden, of op zijn tijd beter weghonen (zie blz. 56 van dit nummer) dan weerleggen. De Nieuwe Stem heeft geen andere bedoeling dan voort te gaan met het publiceren van onafhankelijke democratisch-progressieve opinies en van een vrijmoedige discussie daarover.
Het zal geen lezer verwonderen dat de Nieuwe Stem deelt in de behoefte om de verschijning van de Max Havelaar te herdenken, waarbij zich het gedenkwaardig feit voordoet dat na honderd jaar daaraan zelfs een regeringsbehoefte bestaat. De tijd verandert toch wel iets. Gods molens malen langzaam en geweldig en de molens van de god van Nederland malen zelfs geweldig langzaam, maar ook zij malen. De Nieuwe Stem meent het best naar eigen aard tot de Havelaar-herdenking te kunnen bijdragen door in het bijzonder Droogstoppel te herdenken die hier te lande ongetwijfeld niet minder dan de Max Havelaar na honderd jaar ook nog altijd leeft.
De Nieuwe Stem zal ook in deze vijftiende jaargang op zijn minst twee nummers aan een speciaal onderwerp besteden, naast het Droogstoppelnummer zal dat